Ariel Pink live at de Nieuwe Anita (juni, 2010)
Na het album Before Today, wat hier grijs wordt gedraaid, heb ik nog maar weinig nodig om overtuigd te worden van de kwaliteiten van de artiest Ariel Pink. Voor zeven euro, een schijntje voor een band die volgens sommigen nu al één van de albums van het jaar heeft gemaakt, kan men een plaats bemachtigen in de Nieuwe Anita, een hipper-than-thou venue in Amsterdam. Ten minste, als je op tijd in de rij staat, want er kunnen maar zoveel mensen in deze kleine club. En zelfs bij een strikte handhaving van de head count staat iedereen vrij opgepropt in een kleine, hete, droge kelder. Of ten minste, mijn lenzen drogen stante pede uit. Niet dat het uitmaakt, want De Nieuwe Anita kent niet zoiets als een podium, dus tenzij je of op de eerste rij staat, of al je gene (en, ehrm, fatsoen) overboord gooit en voordringt, zie je bijna niets.
Nu is Ariel Pink sowieso niet de grootste, maar ondanks het beperkte zicht valt toch één ding wel vrijwel meteen op: de passie. Pink laat zich op een zeker moment in de handen van de eerste rij vallen, doet een rondje langs zijn musici om ieder lid een stukje te laten zingen, en schreeuwt al hangend tegen een muur in de microfoon: alledaags is het allerminst. De frontman is zeker niet van plan om stil bij zijn microfoonstandaard te staan en zich louter te concentreren op het juist zingen van de noten.
Misschien toch iets om de volgende keer te proberen, want het klonk allemaal, nou ja, niet zoals op het album. En als je nu denkt, nou ja, dan zet je het album toch lekker op, een live band hoort ook niet zoals op het album te klinken, dan geef ik je gelijk. Maar dan kijk ik je even indringend aan met een do-you-get-my-drift blik, en dan zou de boodschap als het goed is moeten overkomen. Natuurlijk wil iedereen een “rock” frontman zien, een enfant terrible, iemand die rebels zijn eigen ding doet. Maar, het liefst enigszins zuiver en muzikaal. Anders schrijf je maar een pamflet met je esthetische bedoelingen en deel je die uit.
Wat er uit de boxen komt van De Nieuwe Anita is allesbehalve een strakke begeleidingsband met een talentvolle artiest als zanger. Nu kan het ook aan de soundsystem hebben gelegen van de venue, maar het openingsprogramma bestaande uit het Nederlandse Treehouse leek toch vrij aardig qua geluiden uit de boxen te komen met alle extra sounds and what not. Het is extra frustrerend omdat je “weet” dat de band met bijvoorbeeld single ‘Round and Round’ een heerlijke zomerhit heeft gemaakt. Eentje die live hier niet uit de verf komt. Af en toe komt er nog wat aardigs uit de bas, maar zelfs voor zeven euro is dat te mager om de ongemakken van het kelderbestaan te trotseren.
Een deel van het publiek lijkt echter naar een andere show te kijken dan ik, of heeft in ieder geval andere ideeën over wat een live show goed maakt. Ik persoonlijk had enkele nummers van het nieuwe album verwacht met de jaren ‘80 nostalgie die daaraan vastkleeft, maar hetgeen wat ik voor mijn gevoel te zien krijg is meer een nostalgie naar de tegendraadsheid en rebelsheid van de jaren ‘70. Deze nostalgie wordt echter ingevuld door een grotesk image van wat het eens was, en vanuit mijn voyeuristische box komt het op mij over alsof de hang naar deze ideologie zo groot is dat zelfs deze vertroebelde weerspiegeling aanbeden wordt. Blijkbaar draagt de band dus een manifest uit (hoewel het dit in mijn optiek vrij magertjes doet) wat resoneert bij een deel van het publiek, maar aangezien deze specifieke resonantie bij mij ontbreekt blijft er voor mij meer een farce over dan een goede show.