Ik heb lange tijd afgezien van de top tien te plaatsen omdat IKRS er rekening mee hield dat er nog misschien iets zou komen dat in de top 10 zou kunnen komen. Maar helaas is dat niet het geval geweest. Dus presenteren wij ons top 10 artikel uit het winterissue van ons blad, want de top 10 blijft, ook na de laatste maand van het jaar, ongewijzigd. Als je het nog niet gelezen hebt, enjoy! (dit is de ruwe versie zonder edit. IKRS excuseert zich voor eventuele spellingsfouten die er mogelijk in staan)
Nee, ik heb niet alle albums geluisterd. Ja, ik weet dat er nog een aantal mooie albums uit moeten komen. En nee, ik denk niet dat ik het alleen recht heb qua smaak en dat elk ander lijstje compleet kut is. Om even de misconcepties weg te werken over eindejaarslijstjes. Ik zou het zomaar eens kunnen zijn met tien andere albums, want ook dit jaar is er weer veel mooie muziek gemaakt. Zo kon je genieten van de noise rock van het debuutalbum van No Age, of van de verhalen van de oud gediende Nick Cave and the Bad Seeds. Of pure pop zoals bij de Mystery Jets, of de elektronische pop van Gang Gang Dance (en dit album was vrij poppy zou ik zeggen). Veel om van te genieten dus, en die staan niet eens in de top 10! Oh my…
Andermans lijstjes moet je ook niet afkraken. Omissies moeten gemaakt worden, en of dat nou is omdat je andere albums toch net wat beter vond of omdat je toevallig nog geen tijd hebt gehad sommige albums te beluisteren (Deerhoof, The Cure, Laura Marling, to name a few), een lijstje kan nooit perfect zijn. Ook al niet omdat ieders smaak toch anders is. Maar toch is het leuk om al die lijstjes door te nemen, want vaak zie je op meerdere lijstjes een album dat je nog niet gehoord hebt en dat je dan toch maar eens probeert. En wie weet ontdek je zo nog een band, of herontdek je een album. Lijstjes zijn daarom niet alleen leuk, maar ook nuttig.
Het was een goed jaar voor debuutalbums, kan ik je meedelen. Vier debuutalbums wisten in de top tien te raken, en dan ook nog eens twee sophomore albums. Maar ook enkele veteranen wisten toch nog een plaatsje te bemachtigen. Het jaar 2008 werd voor IKRS gekleurd door de volgende tien albums! Hier de nummers 10 tot en met 6!
Band: Portishead
Album: Third
Elf jaar na hun laatste album kwam Portishead vroeg dit jaar met album nummer drie, passend Third geheten. En ondanks dat er elf jaar tussen zat bewees de band met dit album het kunstje niet verleerd te zijn. In de jaren negentig waren ze bekend om hun triphop sound, maar door absentie van album en een hele flux aan nieuwe bands leek Portishead even niet meer bekend bij de nieuwe generatie muziekluisteraars. Maar die werden met dit album geïntroduceerd aan een volwassen en interessante band. Op het album heeft zangeres Beth Gibbons haar hart bloot gegeven, terwijl de band in het algemeen ervoor zorgt dat er prachtige soundscapes ontstaan en een prachtige sfeer. Misschien meest evident allemaal te horen op single ‘The Rip’. Van fragiel tot mystiek, de band zet altijd wel iets neer om naar te luisteren en in op te gaan. De volwassenheid resoneert in het album, en Portishead maakt na elf jaar meteen één van de beste albums van het jaar.
Band: Late of the Pier
Album: Fantasy Black Channel
“It’s a heartbeat, a flicker, a line!” Niet van toepassing op de band, want die is springlevend. De jonge honden van Late of the Pier leverden dit jaar met Fantasy Black Channel een fantastisch debuutalbum af. Niet alleen omdat ze prachtige dansvloer anthems maakten met ‘Heartbeat’ en ‘Bathroom Gurgle’, maar nou juist ook omdat ze durfden buiten die omlijning te stappen en eigenwijs en experimenteel te zijn. Zo zijn ‘VW’ en ‘Focker’ minder voor de hand liggende nummers, maar nou juist dat maakt Late of the Pier net wat meer dan gewoon een bandje die een menigte probeert te laten dansen. Door een mix te maken van dansbaarheid en experiment is Late of the Pier één van de vier debuterende bands die een plaatsje in deze top 10 hebben bemachtigt.
Band: Cut Copy
Album: In Ghost Colours
Synth pop uit Melbourne. Maar niet zomaar synth pop, met tweede poging In Ghost Colours levert de band bestaande uit Dan Whitford, Tim Hoey, en Mitchell Scott één van de betere pop platen af van dit jaar. Vrijwel zonder zwak momenten schieten de heren van het ene goed in het oor liggende synth nummer naar het andere, waaronder dansbare hoogtepunten als ‘Lights and Music’ en ‘So Haunted’. Tussen deze pareltjes door heeft de band af en toe instrumentale overgangsnummers geplaatst van rond de minuut, wat de flow erin houdt. Live komen al deze nummers ook prachtig uit de verf, zeker in een gewillige zaal als Studio B in New York waarin ik ze zag, en de band als support Black Kids had. In Nederland minder populair lijkt het, Rotown is een te kleine zaal voor een band als deze, zeker nu ze met In Ghost Colours unaniem complimenten hebben gekregen en zich als grote meneren hebben gevestigd.
Band: Elbow
Album: The Seldom Seen Kid
Ze hebben de Mercury Prize gewonnen, en hoewel die prijs het ook vaak genoeg mis heeft gehad, deze keer was iedereen het er toch wel over eens dat de sympathieke Mancunians het verdienden met dit album. En die mening ben ik ook toegedeeld. Prachtig sfeervol, Elbow is niet bang voor het orchestrale, maar ze zijn ook niet bang om gas en franje weg te nemen. Guy Garveys enigszins geraspte stem past prachtig bij de muziek, en ook zijn teksten verdienen alle lof. Met een vaak humoristische aanpak legt hij zijn ziel bloot. “I have an audience with the pope/And I’m saving the world at eight/But if she says she needs me, if she says she needs me/ everybody else will have to wait.” Om maar even zijn prioriteiten aan te geven. Er is ook genoeg tragiek weer te vinden op het album, zoals in ‘Some Riot’. En met ‘One Day Like This’ hebben ze zo ongeveer hét feel good nummer van het jaar. Met het vierde album is Elbow een bona fide grootmacht geworden.
Band: Wolf Parade
Album: At Mount Zoomer
Na het album Apologies to the Queen Mary gingen de heren Spencer Krug en Dan Boeckner, de leidende mannen van de band, ieder hun eigen weg met eigen bands. Maar drie jaar na dat album zijn ze weer bij elkaar gekomen voor dit album, At Mount Zoomer. Een prachtig staaltje americana en Amerikaanse indie die misschien wel te volwassen klinkt voor een tweede album. Prachtige instrumentale begeleiding die het album voortstuwt en de slimme teksten ondersteunt. Vaak zorgen de drums of de piano voor een mooi canvas waarop de andere instrumenten iets moois mogen verzinnen. De nummers zijn verder ook afwisselend, soms swingend, soms wat meer troubadourachtig. Zoals ouderwetse americana betaamt is een groot thema de frontier opzoeken. "Darling please, let's get out of here on a train to who knows where." Het avontuur zit nog steeds in het bloed op het Noord-Amerikaanse continent.
Klik hier voor de nummers 5 tot en met 1!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten