woensdag 12 november 2008

Constant hoog niveau bij Elbow

Awards en prijzen hebben het vaak mis, dat hebben ze in de historie al vaak laten zien. Toch was het aantal kreten van ontevredenheid vrij laag nadat het album The Seldom Seen Kid van Elbow de Mercury Prize won. Eigenlijk vond iedereen het wel best, en was er een consensus dat Elbow het eigenlijk ook wel verdiende. Sommige bands slaan dan op hol of krijgen een injectie van arrogantie, maar Elbow wil daar niets van weten. Ontspannen en open speelde de band in Tivoli een prachtig concert.

De band opent met ‘Starlings’, met de luide trompetten die meteen ieders aandacht krijgen. Eigenlijk niet zo verwonderlijk, want ‘Starlings’ past stiekem ook nergens anders in de set. Een set die vol staat met voornamelijk nummers van The Seldom Seen Kid en het derde album van de band, Leaders of the Free World. Zo worden betoverende versies van ‘Leaders of the Free World’, ‘Loneliness of a Tower Crane Driver’, en ‘Weather to Fly’ gespeeld. Ook eerste single van het laatste album ‘Grounds For Divorce’ mag rekenen op de nodige energie. Muzikaal klinkt het allemaal weer betoverend.

Maar het is niet alleen muzikaal mooi, het is ook de emotie die erin wordt gezet. De instrumenten zorgen voor de juiste sfeer waarover zanger Guy Garvey zijn sterke teksten zingt. Op het eerste nummer al zingt hij complimenteus: “You’re the only thing in any room you are ever in,” om vervolgens in een mix van bescheidenheid en verslagenheid verder te gaan met, “I’m stubborn, selfish, and too old.” Zo zwerft het hele concert tussen enerzijds de gelaten conclusie dat dingen veranderen en er in ieders leven verdriet is, maar anderzijds dat er ook altijd hoop is en zat mooie momenten zijn.

Zo is daar ook het positieve ‘Weather to Fly’, of misschien wel de feel good hit van het jaar, ‘One Day Like This’. Het is ook met dat nummer dat de band zijn reguliere set eindigt. De encore start met een prachtige versie van ‘Some Riot’, een verdrietig relaas over een vriend die je de verkeerde kant ziet opgaan. “I think when he’s drinking he’s drowning some riot, what is my friend trying to hide?”, vraagt Garvey zich af.

Niet alleen is de muziek goed verzorgd, maar de band waant zich onder vrienden zo lijkt het. Zo comfortabel en zo ontspannen. Garvey praat vrolijk over van alles en nog wat, en, nog belangrijker, vertelt niet dezelfde anekdotes en verhaaltjes als bijvoorbeeld op Lowlands. Zo voelt het ook niet als een theaterstukje aan. Garvey vertelt met enige vrolijkheid dat dit waarschijnlijk het laatste jaar is waarin ze het nummer ‘Leaders of the Free World’ kunnen zingen nu Obama de verkiezingen heeft gewonnen.

Er moet zelfs een korte pauze ingelast worden als Garvey zichzelf dusdanig vermaakt met twee anekdotes over de blessures van de drummer dat hij zelf de slappe lach krijgt. En daarna krijgt de zaal het ook, en niet verwonderlijk, de eerst blessure is opgelopen toen hij naar de afstandsbediening van de televisie greep, en de tweede, zo vertelt Garvey, door vechtpartij. “Oh no, wait…” vervolgt hij droogjes, om daarna het verhaal van een lekkende waterkoker te vertellen. Ook heeft hij directe interactie met het publiek. Als vervolgens ook nog iemand op de eerste rij vraagt hoe het met Garvey gaat vertelt hij droogjes, na een vriendelijk bedankje: “Well… we don’t have time to meet everybody…”. Zo maakt Garvey er een ontspannen sfeer van en krijgt het publiek ook nog wat meer dan als het thuis was gebleven en de cd had opgezet.

Zo bewijst Elbow dat het niet alleen prachtige muziek kan maken, en dat Garvey niet alleen mooie teksten kan schrijven, maar ook dat een avondje live show zowel muzikaal als qua entertainment veel brengt. Elbow laat hierbij zien dat de Mercury Award aan de juiste band is uitgereikt, alsof er nog iemand was die twijfelde.

Geen opmerkingen: