zondag 16 november 2008

London Calling dag 2- de zaterdag

Omdat het door werkzaamheden haast onmogelijk is op tijd te komen als je nog andere verplichtingen hebt op de zaterdag, is het pas bij het laatste nummer van Esser dat IKRS in Paradiso aankomt. Dat is het catchy ‘Headlock’, en als de rest van het concert ook zo heeft geklonken zal de goede man er binnenkort vast wel weer staan. De nummers worden opgeluisterd door extra drums van de frontman zelf, voormalig drummer van Ladyfuzz. Van die sound is niets meer over, het is pop en catchy wat de klok slaat. Hij lijkt er zelf ook schik in te hebben, want hij is flink aan het lachen. Dat is ook het plaatje wat je moet onthouden, want daarna gaat Ben Esser volgens mij flink aan de zuip. IKRS hoopt over een paar weken een interview met hem te kunnen presenteren, dus stay tuned!

Het eerste hele concert is dat van Bombay Bicycle Club (interview hier), en de vier jongens laten zien waarom er een buzz om de band heen hangt. Het is gewoon allemaal net wat anders en het zit net wat beter in elkaar dan andere bandjes in dit genre. En dat terwijl ze nog echt heel jong zijn en eigenlijk pas sinds deze zomer full-time met de band bezig zijn. Dus dat belooft nog veel goeds. De nieuwste single ‘Evening/Morning’ is misschien hier nog wel het beste voorbeeld van. Muzikaal lijkt er in deze band meer potentie en vernieuwing te zitten dan menig ander in zijn soort.

De band lijkt het zelf ook wel leuk te vinden. Enthousiast bespelen ze de instrumenten, en er wordt volgens mij zelfs nog wel eens geswitcht van bas en gitaar. Zanger Jack heeft een zeer eigenzinnige stem en delivery. Op het laatste nummer lijkt hij eerst permissie te vragen vanaf de kant, om vervolgens de mensen op de eerste rij uit te nodigen om het podium te betreden. Beetje tam natuurlijk zo, maar het geeft ook aan dat ze er wel een feestje van willen maken (en tot dat moment was de security niet zo blij met mensen op het podium, dus vooraf vragen is dan inderdaad misschien het beste ook nog). Wel valt het op in zo’n live set dat hetzelfde gitaarriedeltje toch wel stiekem in veel nummers voorkomt. Ook is de sound niet optimaal afgesteld. Daarentegen een “boy bandje” dat eindelijk weer eens potentie heeft.

Bromheads Jacket was er al ooit eerder, en toen was er te zien hoe zanger Tim Hampton een hoofdwond opliep. Dit keer met lang haar gaat hij er ook weer flink op los, en aan het einde van het concert moeten de nodige instrumenten het ontgelden. De band doet ook waar het voor gekomen is, namelijk lekker doorrocken. De grote zaal gaat uit zijn dak met de vaak korte, puntige nummers. Het is ook makkelijk uit je dak gaan natuurlijk als je na twintig seconden eigenlijk het hele nummer al kent en de overige anderhalve minuut gewoon lekker dat kan meeschreeuwen. Geen veranderende beats, voor sommige moet het een verademing zijn. Stiekem was gister White Denim eigenlijk beter, als we in termen van bands die de zaal doen rocken spreken. Maar Bromheads Jacket laat London Calling niet in de steek, hoewel ik het plafond voor de band niet super hoog vind.

In de tussentijd is in de kleine zaal er al een klein feestje losgebarsten. Manchester is uitgelopen om hometown band Twisted Wheel te zien spelen. “Whee-ell!” galmt het door de kleine zaal. De Engelsen hebben er zin in. De vroege twintigers spelen punky nummers waarop het lekker uit je dak gaan is en die je goed mee kan schreeuwen, iets wat de Engelsen en de overige mensen die het kennen dan ook uitgebreid doen. Na rocken in de grote zaal gaat nu ook al de kleine zaal op zijn kop. In allebei de gevallen voor aardige bands die nog niet echt heel goed zijn of de, in mijn ogen, potentie hebben van enkele van de acts van gister. Maar op een festival moet natuurlijk ook gefeest worden, en dat kan ook hier volop gedaan worden. De lads hebben ook wel een paar aardige songs en het wordt met het nodige zelfvertrouwen gespeeld. Het helpt natuurlijk als de helft van je geboortestad er staat (ik overdrijf, uiteraard).

Het dieptepunt op de avond kwam vervolgens in de grote zaal. Hype band Glasvegas betrad het podium. In ons september magazine had je al kunnen lezen dat IKRS niet de grootste fan is van het album (45 uit 100 score). Waar de band wordt getriomfeerd als groot tekstschrijvers vindt IKRS dat de teksten op een vrij kinderlijke manier geschreven zijn, en het hebben van een onderwerp zou niet automatisch horen te betekenen dat je een goed tekstschrijver bent. Je kan wel een onderwerp hebben, maar dat betekent niet dat je goed erover kan schrijven. Plus het continue zo lang mogelijk uitrekken van woorden is natuurlijk makkelijk voor de mensen om mee te blèren, maar begint op een gegeven moment toch eentonig te worden. IKRS hoopte op een goede live show voor ons ongelijk.

Dat kwam er dus niet van. Het wordt alleen maar bevestigd dat de hype rond deze band onterecht is. Zanger James Allen croont zich een weg over de geluidsmuur, maar de band kan niet echt de sfeer neerzetten. Net als White Lies een dag eerder lijkt het allemaal een beetje gemaakt. Er wordt gemikt op een kruising tussen cool en troubled, echter ook deze band lijkt ten onder te gaan aan het stereotiep wat tegenwoordig heerst over dit soort bands. Dank het label Factory, dank Echo and the Bunnymen, maar het lijkt alsof we nu in een fase zijn beland waar bands geen eigen identiteit meer willen hebben maar een stukje willen meekrijgen van de legende die over de bands van weleer heerst.

Maar bands moeten zich realiseren dat ook al zing je over doom en gloom, dat je dan niet zwarte kleding of een zonnebril aan hoeft te hebben. Als Morrissey the pope of mope kan zijn en de koning van de miserabilia met een blouse hangend aan één knoopje en rozen, dan kan een hedendaagse band toch wel wat beters verzinnen dan stilstaan en gloomy proberen te lijken? Alles is vergeten en vergeven als de band geweldige nummers maakt natuurlijk, maar dat doen ze gewoon niet. Het is niet pakkend, het is niet interessant, en het is niet mooi. Wil de band voortleven nadat de NME ze laat vallen dan moet het uit de zelfgemaakte cocon springen en zich als een eigen band presenteren met een beter en spannender geluid en zonder bij de zang elk woord tot in de dood uit te rekken. Image is nothing, thirst is everything, of zoiets…

Findo Gask heeft problemen. Het eerste probleem is met de apparatuur of met de sound set-up. Hoe dan ook, ze beginnen een half uur te laat (waardoor voor ons A Place To Bury Strangers een onmogelijkheid wordt). De band staat er dus al enige tijd voordat ze beginnen, dus kan het publiek alvast wennen aan de gebreide truien en de nerdy looks. De zanger zingt alsof hij vroeger in een kerkkoortje heeft gezongen, met een wat hogere, aparte stem. De band maakt synth-pop met een arty inslag, maar die arty inslag nekt de band nou juist. Waar sommige nummers heerlijk zijn om op te dansen, wordt iedereen bruut een halt toe geroepen als de band weer met een onmogelijk tussenstuk komt waarop noch dansen, noch raven mogelijk is. Sommige delen zijn zeer fijn en leuk, andere delen misschien iets te pretentieus, en misschien moeten ze dat gedeelte juist laten varen om gewoon een mooie popplaat te maken, want dat hebben ze in zich.

Eigenlijk realiseer je op zo’n moment waarom het album van Cut Copy ook al weer zo goed is, want die band maakte een plaat vol dansbare synth-pop zonder in te zakken, iets wat ook Hot Chip bijvoorbeeld dit jaar niet haalde. Dus lekker de pretentie laten varen en doen waar je echt goed in bent, en op basis van dit optreden lijkt dat lekkere dansmuziek maken te zijn. En mocht de band zijn arty inslag niet willen verliezen, dan moeten ze in ieder geval iets verzinnen waardoor het rijmt met de rest van de muziek zodat het voor bewondering zorgt, en dus niet zorgt voor een algehele stilstand in het publiek.


De zaterdag lijkt dan toch wat potentievolle bands betreft achter te blijven bij de zaterdag. Waar de vrijdag The Pan I Am, FrYars, en White Denim had, heeft de zaterdag vroeg in het programma Bombay Bicycle Club, en verder de niet bijzondere maar op een festival wel lekkere optredens van Bromheads Jacket en Twisted Wheel. Findo Gask was nog wel een aardige afdanser, en op basis van één live nummer en de singles lijkt Esser nog wel een kandidaat om de pop charts te halen. De echte interessante muziek was er echter op de vrijdag, de zaterdag miste toch eigenlijk, op een paar bands na, de echte wil tot innovatie.
(pics het BBC interview in ons blad, Bromheads Jacket, Twisted Wheel)

Geen opmerkingen: