London Calling begint voor IKRS met The Pan I Am, de nieuwe band van Edward Larrikin, voormalig Larrikin Love. Pan, uiteraard, gebaseerd op de Griekse God Pan. De band is een stap weg van wat hij deed met zijn voormalige band, en in plaats daarvan zijn we getuige van atmosferische, donkere muziek. Zijn band is compleet in zwart gekleed, wat contrasteert met sommige van de babyfaces in de band. Ook Larrikin zelf is compleet zonder kleur, zijn gezicht bleek, zijn haren besprenkelt met poeder. Die bleekheid geldt niet voor zijn performance, want de man heeft meer charisma in zijn duim dan vrijwel alle andere artiesten bij elkaar opgeteld deze London Calling editie (niets plus niets is relatief nog minder). Hij betovert de kleine zaal, met zijn androgyne en haast elfachtige verschijning, en als hij ergens naar wijst dan draaien er zelfs hoofden om. Komt hij dichterbij dan weet je eigenlijk niet of je in verwondering moet staren of angstvallig een stapje terug moet doen.
De muziek zelf klinkt ook zeer goed, en de band weet een sfeer te creëren muzikaal gezien, wat niet vanzelfsprekend is voor jonge bands. Vraag maar aan de andere wat “donkere” bands op deze editie. The Pan I Am herhaalt zich zelden, en de nummers zijn zowel tekstueel als muzikaal complex in plaats van simpele verse-chorus-verse structuren. Avontuurlijk en altijd interessant: de nieuwe band van Larrikin lijkt meer potentie te hebben dan Larrikin Love.
Dan is het de beurt aan Phillipa Brown, die met haar twee kompanen het podium betreedt als Ladyhawke. Peper, vuur, schop onder de kont: alle clichés kunnen uit de kast worden gehaald, want het optreden is tam, mat, en zoutloos. De synth-pop nummers van Ladyhawke komen niet uit de kast, of in ieder geval niet in dansbare vorm. In de voorste gelederen zijn er ook nauwelijks mensen die dansen, want iedereen had toch wel versies verwacht met een beetje pit. Alleen achterin op een verhoging leven twee mensen zich compleet uit, wat mooi is en mij helaas niet lukt. Van Ladyhawke mag toch, if anything, verwacht worden dat ze meer mensen in beweging krijgt, want anders zou ik niet weten welke functie de pop nummers anders hebben. Ze slaagt er niet in om live te overtuigen in de grote zaal.
FrYars doet dat wel in de kleine zaal even later. Het was al de meest gevallen naam op het terrein, en dat blijkt als al ruim voor aanvang de zaal goed gevuld blijkt. De jonge Ben Garrett betreedt vervolgens het podium, met zijn krullende haar en zijn enigszins verlegen gedrag. Samen met zijn band brengt hij een aantal nummers ten gehore, eindigend met twee van zijn eerste EP, The Ides, waaronder de briljante title track zelf. Dansen over een chorus van “You should’ve died that very night, good job for you I wasn’t born a killer”, wat wil je nog meer? Het is wel dansen, en dus niet lomp springend, maar het publiek lijkt zich aan te passen aan de lichte, intelligente elektro van de Londenaar.
FrYars eindigt met het nummer ‘Happy’, met onder andere de zin “do you sometimes wish that your siblings were miscarried?” Happy faces all around. In ieder geval voor de liefhebber van intelligente muziek met een donker randje dat contrasteert met de lieflijk dansbare electro feel. Hopelijk is er een mooie, muzikale toekomst voor hem weggelegd, beginnend met zijn album in maart. Je vraagt je alleen af waarom zo’n slimme jongen klaagt over de hitte in de zaal als hij een blazer, een wollen trui, en daaronder een blouse aanheeft. Zonder als een veertienjarige fan van een boyband te willen klinken of voor een homo-erotische ondertoon te willen zorgen, maar er mag iets uit. Het is niet strippen als je daaronder nog iets aan hebt wat je hele lichaam bedekt.
White Lies maakt post-punk, en de heren willen ook weten dat ze post-punk maken, en ze willen dat vooral uitdragen. Dus iedereen in zwart. Als dat nou het enige was waarin ze de stereotype die is ontstaan over dit genre nadeden dan was dat an sich niet zo erg, maar de band doet zo hard zijn best dat het een ongeloofwaardig theaterstukje wordt. Interpol is een inspiratie die overduidelijk lijkt, om maar de meest hedendaagse te noemen en eentje die zelf nog live optreedt, maar waar de heren uit New York en passant nog even muzikaal en tekstueel complexe nummers maken, lijkt nou juist dat gedeelte het enige wat de band niet overneemt. Ook hoeft een post-punk nummer niet altijd te gaan over doodgaan of aanverwante dingen, iets wat je continu terughoort in de nummers van de band.
Het komt wel beter uit de verf dan in het zonnetje van Lowlands, dat dient gezegd te worden, en het is nog best atmosferisch ook. Maar de band is toch nog uitermate licht, en als je iets te hard probeert dan heb je toch meer de neiging om te zeggen “awww, how cute, ze proberen het leven van een artiest met problemen na te bootsen” dan dat je daadwerkelijk hetgeen bereikt wat je wilt uitdragen. De man heeft ook een ijzige stem vind ik persoonlijk. Daarentegen kan de band wel muziek maken, dus als de band even een wat artistiekere richting opstuurt dan zou het zomaar kunnen dat de band in stappen zal groeien. Nu nog even niet.
Dan komt White Denim, de band uit Amerika met Joshua Block, James Petralli, en Steve Terebecki. En oh boy, garage rock en een beetje blues worden gemixt om een verrukkelijke herrie te krijgen. Petralli kan een robbertje gitaarspelen waar je niet goed van wordt. Met al die gekunstelde nummers tegenwoordig vergeet je af en toe dat uitstekend instrumenten bespelen fantastische resultaten kan opleveren. De heren beheersen hun instrumenten prima, en er zit misschien minder lijn in dan bij de meeste bands dit weekend op London Calling, maar ze weten de kleine zaal compleet aan het rocken te krijgen.
Het rock idee komt ook terug in hun filosofie. We mogen maar een half uur spelen, dan proppen we zoveel mogelijk nummers in dat tijdsbestek. Geen tijd voor idle chit chat, gewoon rammen vanaf de eerste noot. Maar het is dus niet rammen, het is je instrument kennen en daaruit een heerlijk meeslepend rock geluid krijgen. Waar het uit je dak gaan element op kwalitatief goede muziek nog schaars was, maakt deze band dat ruimschoots goed.
Helaas voor The Hot Melts was de vorige band in de kleine zaal dus White Denim. En hoewel ook The Hot Melts van plan zijn lekker te rocken, klinkt de muziek opeens wel erg straightforward. De nummers klinken na het meer experimentele en het vrijere spel van White Denim wel een beetje simpel. Hoewel je er nog wel op uit je dak kan gaan, heb je toch het gevoel dat je een snoepje aan het eten bent met net wat minder inhoud. Hap, slik, en weg. Fair enough, maar niets dat blijft hangen, en als het nou de enige rocker van de dag was, dan had dit nog best een welkome afwisseling kunnen zijn. De programmering zit de band echter niet mee, en White Denim was een uurtje eerder toch een stukje succesvoller.
Vervolgens is het de beurt aan de grote band van de editie: Late of the Pier. Misschien zelfs te groot, want wie kent de band ondertussen niet na eerdere optredens dit jaar alleen al op London Calling, de Valkhof Affaire, en Lowlands? Dus de London Calling on tour wordt echt een overload aan Late of the Pier, maar ach, de band heeft in ieder geval wel één van de betere debuutalbums dit jaar afgeleverd, en dus is hun concert in de grote zaal bij voorbaat eigenlijk al een succes. Maar de apparatuur is nog niet klaar, of er is iets niet goed, en het geduld van de mensen in de grote zaal die er allang klaar voor waren wordt danig op de proef gesteld.
Als de band dan uiteindelijk begint doet het ook allemaal nogal gehaast aan. Ze proberen wat dingen anders te doen dan bij eerdere concerten, alleen dat komt niet helemaal uit de verf. Ook gaan er nog wel een paar dingetjes hier en daar mis. Hoe dan ook, het blijf heerlijke muziek, met fantastische dansnummers als ‘Heartbeat’ en ‘Bathroom Gurgle’, met daartussen ook nog ruimte voor wat nummers met meer experiment. Dus de grote zaal gaat los, en terecht, want ook Late of the Pier op een mindere dag is beter dan de meeste andere jonge bands. Daarentegen, van de vier keer dat ik ze nu heb gezien is dit het minste optreden helaas.
Het festival gaat verder met Trouble Andrew en Maths Class, wat in de vluchtigheid klinkt als Foals op fast forward. De vrijdag was wel een redelijk geslaagde dag, met een dan nog goede sfeer, en qua nieuwe bands scoort het uiteindelijk een respectabele 3 uit 6, met als potentievolle bands FrYars, The Pan I Am, en White Denim, die stuk voor stuk het aanschouwen waard waren, en die we hopelijk vaker in Nederland nog zullen mogen verwelkomen. White Denim in ieder geval, want die gaven al weg komende lente in Nederland te zijn. Dat wordt maar weer een avondje rocken op die oude, knokige beentjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten