zaterdag 26 maart 2011

Interview met Crystal Stilts!

For the original English language interview, check Musos Guide

Oh hoe ik mij nog herinner de eerste keer dat ik Crystal Stilts zag! Uitstappen in Utrecht Zuilen met nog wat andere mensen die even clueless waren als ik, en dan op naar de DB Studios, wat inderdaad meer een studio is voor bands om te oefenen dan dat het er echt uitziet als een venue. In de kleine, donkere zaal kwam vervolgens de band op (in mijn herinnering geheel in het zwart gekleed, but not sure if I’m filling in blanks with the logical of dat het ook echt zo was), en daar gaf Crystal Stilts een alleraardigste set weg. Dit was vlak na het uitkomen van het debuut van de band uit New York, Alight of Night geheten. Later dit jaar zal Crystal Stilts komen met hun tweede album, In Love with Oblivion. Dat alleen al is uiteraard reden genoeg voor een praatje met de gitarist en één van de drijvende krachten achter de band, JB Townsend.

IKRS: Als dit interview overal plaats had kunnen vinden, welke plek had je dan gekozen?

JB: Een niet openbare ruimte. Interviews zijn rare dingen omdat je natuurlijk oppervlakkig gezien op dat moment gewoon aan het praten bent met iemand die vragen heeft. Maar je bent natuurlijk ook aan het praten met de lezers, dus er is een zekere terughoudendheid in je antwoorden. Maar je wilt ook eerlijk en diepgaand zijn terwijl je de indruk af wilt geven dat je jezelf heel natuurlijk opstelt zonder begrenzingen, terwijl dat niet per se altijd zo is. Ik denk dat ik het liefst of stoned, of dronken, of in goed gezelschap ben in dat soort gevallen.

IKRS: Volgens mij wonen jullie allen in New York. Behoren jullie tot die Woody Allen groep die een uber romantisch beeld heeft van de stad, of behoren jullie tot de groep die altijd zegt dat ze de stad willen verlaten maar nooit doen?

JB: Waarschijnlijk zitten we er een beetje tussenin. Maar ik kan mezelf wel buiten de stad zien leven. Tegenwoordig met al die verdomde computers zou je waarschijnlijk in Patagonie kunnen leven en nog steeds op eenzelfde wijze kunnen corresponderen als dat je in een grote stad zou kunnen doen (zolang er maar wifi is!)

IKRS: Als ik luister naar jullie muziek hoor ik US jaren ’60 garage/surf invloeden, maar in de pers worden jullie vaak genoemd als onderdeel van de c86 revival en worden jullie geclassificeerd als dream pop en vergeleken met JAMC. Hoe zou jezelf de muziek omschrijven en wat vinden jullie al dat gelabel in de muziek wereld?

JB: Ik denk dat onze eerste EP Alight of Night meer een soort van jaren 80 sound had en omdat dat het eerste was dat mensen van ons hoorden dachten ze waarschijnlijk, Oh, deze gasten zijn een beetje een C86, Creation type, Flying Nun band. Ik denk echter dat ’t gewoon meer de manier was waarop we ervoor kozen om dat album op te nemen omdat we toentertijd op die manier onze instrumenten gebruikten. De oude Roland drum machine, welke geloof ik ook gebruikt werd door JAMC, kan daaraan hebben bijgedragen trouwens.

De dingen die ons beïnvloeden tijden het schrijven komen echt van overal vandaan en er zit niet echt een grens op qua genres, stijlen, artiesten, moods. Het schrijfproces is niet echt een heel erg gepland proces bij ons.

IKRS: Van jullie debuutalbum, en tevens die van je label genoten en je tijdsgenoten, werd gezegd dat het de esthetiek van jaren 80 indie pop terugbracht naar het front in 2008. Hoe begonnen jullie als band? Was er toen inderdaad zo’n revival gaande in NY?

JB: Er was niet echt een revival gaande toen we begonnen als band, maar ik denk dat ik een vooruitziende blik had want veel van die jaren 80 albums begonnen opeens weer tevoorschijn te komen, en ze kregen re-issues en wisten de tand des tijds te doorstaan. Maar we waren niet echt aan het anticiperen tot we mee konden varen op die golf. Toen wij begonnen was hetgeen wat je in Brooklyn hoorde vooral Electroclash.

IKRS: Zagen jullie wel het succes van jullie debuut Alight of Night aankomen?

JB: Niet echt, nee. We hebben wel van veel aardige recensenten en van andere artiesten gehoord dat ze ons goed vonden. Het is tegenwoordig moeilijk je succes in te schatten, want als je kijkt naar wat we wereldwijd aan albums verkocht hebben is dat niet eens zo veel.

IKRS: Zijn er dingen die jullie nu doen waarvan jullie denken, Hmm, als iemand ons dat nu eens vertelt had terwijl wij ons debuut aan het maken waren…!

JB: Er zijn altijd dingen wat betreft opnemen en mixen waarvan je achteraf denkt dat je dat anders had kunnen doen, maar op een gegeven moment moet je het achterlaten want anders kan je maar door blijven gaan en gaan met een album. Als je maar genoeg materiaal hebt om mee te werken, dan is het vervolgens zaak om er maar het beste van te maken denk ik.

IKRS: Ik heb gelezen dat jullie eerst nummers maakten vanuit lange jam sessies. Hoe ga je van zoiets naar een twee minuut durend iets als ‘Love is a Wave’? Is dat iets waar je nu echt bewust voor gaat, die nummers met een soort van korte pop structuur?

JB: Nou, ‘Love is a Wave’ was grappig genoeg in eerste instantie een nummer van vijf minuten dat we vervolgens gekortwiekt hebben. Wij benaderen nummers op verscheidene manieren. Soms zijn er nog steeds van die lange jams met een of twee sterk trance –achtige gedeeltes die we dan editen. En soms nemen we pop songs met four bars this, two bars that, etc.

IKRS: Ik heb jullie sound altijd zeer filmisch gevonden. Beetje old school, western achtig misschien. Zijn er soms filmfanaten in de band waardoor dit er onbewust in is geslopen?

JB: Toen we de band aan het opzetten waren keek ik echt heel veel films, en ik moet zeggen dat ik niet anders kan dan zeggen dat al die soundtracks volgens mij inderdaad op de een of andere manier mijn hersenen zijn ingeslopen.

IKRS: Als we een film magazine waren, welke films zou je gebruiken om aan ons je sound te omschrijven?

JB: Jeetje, dat is moeilijk. Belly? Strip game? (Don’t bother looking them up. No, seriously. - ed).

IKRS: Zijn er instrumenten of is er hardware dat je graag zou willen aanschaffen om te gebruiken tijdens je volgende tour/opname sessie?

JB: Eén ding dat we vroeger wel gebruikte en dat we wel weer zouden willen hebben is een Multivox tape echo machine. Op de één of andere magische manier wisten we die van ons te verliezen; ik weet altijd wel dingen kwijt te raken.

IKRS: Als je kijkt naar de huidige muziek scene, denk je dat het nog steeds belangrijk is als unsigned band om veel op te treden, of denk je dat de exposure meer is gericht op blogs/YouTube tegenwoordig?

JB: Persoonlijk denk ik dat het nog steeds best belangrijk is, maar er zijn ook zat bands die al populair zijn voordat ze ook maar een show hebben gespeeld. Niet cool.

IKRS: Hoe gaat jullie nieuwe album, In Love with Oblivion, klinken? Wat kunnen we allemaal verwachten?

JB: De algemene sfeer van het album is een beetje gelijk aan dat van Alight of Night. Het is ook voor het grootste gedeelte gemixt op dezelfde console met dezelfde soort tape. De nummers zijn niet heel erg veel verder weg van de boom gevallen dan onze oudere nummers, maar misschien zijn ze wat minder “darK”? Er zitten er nog wel een paar van zulke tussen trouwens.

Wij danken JB Townsend van Crystal Stilts en Musos Guide voor het opzetten van het interview en het bijdragen van enkele vragen. Crystal Stilts speelt op 2 juni in de bovenzaal van Paradiso.

Geen opmerkingen: