donderdag 24 december 2009

De favo albums van IKRS in 2009 - Nr. 7

De favoriete albums van IKRS! Hier nummer zeven. (intro - 10 - 9 - 8)

Linda:
Bitte Orca – Dirty Projectors

(09-06-09. Label: Domino)
Yup, Dirty Projectors hebben het halve jaar overleefd en staan nog steeds in mijn top tien. Iets lager dan de vorige keer weliswaar, maar dit blijft toch één van de defining albums van dit jaar, voor mij althans. Niet dat dat op zich een reden is om een album te includeren in een lijst: Animal Collective lijkt dit jaar ook veel bepaald te hebben, maar in de buurt van mijn top tien zijn zij niet gekomen. Hoewel sommigen misschien vinden dat het overgrote deel van het werk van Dirty Projectors klinkt alsof een familie van katten langzaam wordt doodgemarteld, zitten er toch een paar juweeltjes tussen de nummers die, toegegeven, in eerste instantie misschien een beetje vreemd aandoen. ‘Useful Chamber’ bijvoorbeeld, dat langzaam opbouwt met behulp van simpele gitaar melodietjes tot het “Bitte Orca, Orca Bitte” refrein. Het beste nummer dat Dirty Projectors dit jaar hebben uitgebracht, ‘When The World Comes To An End’, staat jammer genoeg niet eens op dit album, dat nummer dat ze opeens live deden bij Jimmy Fallon toen ze dit album kwamen promoten. In eerste instantie misschien een rare keuze, een nummer spelen dat niet op het album staat dat je komt promoten, maar wanneer je de clip hebt gezien, then it suddenly makes sense. En je moet ook echt de clip zien bij dit nummer, anders geloof je bijna niet dat het live is.
Random track to listen to: ‘Two Doves’

Stef:
Slow Dance – Jeremy Jay

(24-03-09. Label: K Records)
Misschien heeft het allemaal een beetje een artsy toon dit album. Maar dat is niet verwonderlijk van een liefhebber van de Franse cinema stroom Nouvelle Vague. Maar I like that, maar waar ik nog meer van hou is dat ietwat dromerige, dat ietwat portretterende wat het op mij overbrengt. De jonge Jeremy Jay weet telkens een mooi beeld te schetsen, iets waar je zo in zou willen stappen. Hij romantiseert het ook allemaal voorbeeldig (Die winterlandschappen klinken uit zijn mond heel interessant, wanneer je erin vast zit not so much no), maar dat is uiteindelijk ook wat bij mij persoonlijk past. Zoals Kevin Barnes bijna zingt, I want something beautiful, not realistic. Kitchen sink drama moet met een flinke scheut absurdisme worden gemaakt (*kuch*HaroldPinter*kuch*) wil het mijn interesse behouden. Het album nodigt uit om in scenes te springen, en dat op zeer fijne en toegankelijke tonen. Het heeft iets dromerigs, iets naiefs, iets om in weg te glijden. Alsof hij de meester is in een scene te omschrijven als hoe het in zijn ogen gebeurt, en of dat overeen komt met de werkelijkheid of dat zulke elementaire details eruit zijn gelaten dat is voor de luisteraar zelf om te beslissen. Wat dat betreft werkt het misschien als een Manhattan van Woody Allen. Het is allemaal wel echt wat er gebeurt, de romance, de museumwandelingen, want dat is zijn echte wereld, maar het is ook zijn echte wereld omschrijven vanuit zijn ogen. In Allen’s geval met een flinke dosis Jazz, met een flinke dosis hommage aan vaudeville en Chaplin en Keatin en Groucho Marx die ervoor zorgen dat de werkelijke beelden worden gecommuniceerd via andere, veranderende ogen. Nu is dit geen meesterwerk zoals Allen’s Manhattan wel is, maar een fijn album is het in ieder geval.
Random track to listen to: ‘In This Lonely Town’

Geen opmerkingen: