Album recensie - Transference van Spoon
“Nobody gets what I say / must be some way to convey”, dat is eigenlijk de spil waar het album om draait. Of in ieder geval vormen de openingszinnen van het nummer ‘Nobody Gets Me But You’ één van de hoofdthema’s van het nieuwe album van Spoon, getiteld Transference, een term van Freud waarin de liefde voor het één wordt geprojecteerd op het ander, voornamelijk gevoelens afstammend uit iemands kindertijd (en waardoor je vervolgens weer de link naar het Oedipus complex kan leggen, de liefde voor diens moeder wordt geprojecteerd op iemand die op haar lijkt of op een moederlijk persoon, of, in queer theory, een “daddy”. En ja ik vind het leuk dat soort imagery in het hoofd van nietsvermoedende muziekliefhebbers te krijgen, maar, psychoanalytisch verantwoord, dat dan weer wel).
Een belangrijk aspect van het nieuwe Spoon album is dus het overbrengen van gevoelens, misschien ook wel het verklaren van deze gevoelens, en de verschillende gevoelens die iemand kan hebben jegens dezelfde persoon in een korte tijdspanne. Op dit album lijkt Spoon namelijk te duiken in hetgeen wat men niet kan zeggen of niet kan uiten. Dit voornamelijk gestructureerd binnen een framework aangaande de liefde van de persona voor iemand anders. Dus geen traumatische ervaringen die bijvoorbeeld werken als Extremely Loud & Incredibly Close ingaven (het niet kunnen verwoorden van een trauma via tekst waardoor het boek vol plaatjes, blanke pagina’s, en doorgekraste woorden staat), maar iets wat meer in de richting van Freud komt: liefde en seks.
Sta er dus niet raar van te kijken als woorden of zinnen simpelweg afgekapt worden, of dat wat dat betreft een nummer simpelweg ophoudt te bestaan, of een totaal andere route neemt. Of dat de stem op de achtergrond wordt gedrukt door de instrumentatie. In het nummer waaruit de bovenstaande quote komt, bijvoorbeeld (het laatste nummer, how is that for sequence, eh?) wordt de eerste zin ingezet door Britt Daniel, om vervolgens niet meer verder te komen dan het tweede woord, en een volgende poging is nodig. Richting het einde van het nummer is Britt Daniel’s stem nauwelijks hoorbaar over de barrage aan instrumenten die al haast over elkaar heen struikelend (de bas is ongeveer het enige steady lijntje dat erdoorheen loopt) de vocalen naar de achtergrond duwen.
Maar ook op misschien wel het meest single vriendelijke nummer, 'The Mystery Zone', valt van alles te ontdekken. Het nummer komt qua sfeer misschien het meest in de buurt van het vorige album Ga Ga Ga Ga Ga, en is een mid-tempo nummer dat fijn in het oor klinkt en een beetje pop rock is met enkele heerlijke lijntjes erin. Echter, ook het bovenstaande thema is erin te vinden. Naast Daniel’s wolfhuilen stoppen enkele zinnen gewoon mid-sentence. “And when you know love / when you find it for real / it contains the emotion sense of…” en de persona gaat vervolgens door op een heel ander onderwerp. De persona stuurt een tas vol met dingen die toch nooit paste naar de… iets, we weten het niet, want de zin wordt afgekapt. Of nog maar te zwijgen over hoe de band het nummer brutaalweg afkapt op het einde. De tekst van het nummer is minstens zo moeilijk om specifiek te definiëren, alsof de band een ongrijpbaar concept pakte en dit probeerde te omschrijven maar door het gebruik van vage begrippen en onspecifieke uitleg, alsmede door het at loss zijn voor woorden, wilde aantonen dat sommige dingen een specifieke, vaste definitie ontlopen.
Dat kan bijvoorbeeld ook gezegd worden van het nummer ‘I Saw the Light’, wat begint als een rocker, om mid-nummer compleet van koers te veranderen en er een catchy pianolijntje uit wordt gegooid waarna het nummer nooit meer teruggaat naar de originele koers. In het nummer ‘Who Makes Your Money’ struikelt na drie kwart de persona over zijn woorden en begint deze te hakkelen. De onzekerheid komt ook tot uiting in de nummers ‘Goodnight Laura’ en ‘Out Go the Lights’ waarin de persona zeer fragiel lijkt, en Daniel’s zang in deze nummers en het slotnummer is absoluut geweldig. Ik zag Daniel nooit als een zeer sterke zanger, maar in deze nummers weet hij de fragiliteit zo goed over te brengen dat de zang deze tracks echt een boost van jewelste geeft. Zeer fijn om naar te luisteren.
Waar drie van de vier laatste nummers enigszins fragiel klinken is ‘Got Nuffin’ dan weer het tegenovergestelde, vol bravoure. Het deed mij denken aan iets als ‘All The Wine’ van The National, niet zozeer qua toon of muziek, maar meer als in dat de persona in een soort delirium lijkt te zitten en een “king of the world” attitude krijgt die men vaak aanmeet na overmatig alcohol gebruik. Het verliezen van de angst om iets kwijt te raken. “I feel like a king” wordt er ook gezegd, en “I’ve got nothing to lose but bitterness and patterns”. Het is een bravoure die mist in de rest van het album, en als gezegd dunkt het me dat dit een soort delirium is ingegeven door het gebruik van escapistische middelen. En het maakt one hell of a track. En na deze track komt het nummer ‘Nobody Gets Me But You’, en is de cirkel rond.
Dit laatste nummer geeft niet alleen het album weer, maar ook de fragiliteit en de frustratie dat sommige dingen niet specifiek te definiëren zijn en niet-vaststaand. Omgekeerd kan je dan weer zeggen dat het kunnen incorporeren van deze fragiliteit nou juist de zekerheid van de band weergeeft. Transference geeft misschien wel de mogelijkheden aan van wat een band zo tight als Spoon kan neerzetten, namelijk het mixen van interessante thema’s en ijzersterke instrumentatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten