Is het verrassend dat escapistische muziek een comeback maakt samen met disco? Waarschijnlijk niet. De angsten nu zijn misschien anders dan de “anxieties” uit de hoogtijdagen van deze muziekstromingen, maar een drukkere tijd dan de huidige zal moeilijk te vinden zijn. Een overload aan informatie komt tot ons vanuit alle hoeken: log uit van je e-mail adres en zonder erom te vragen heb je meteen de laatste scores en het laatste nieuws. Dit samen met informatie dat zich probeert voor te doen als nieuws, maar dat stiekem niet echt is. Dit, overigens, allemaal als je überhaupt uit je e-mail komt, want deze bombardeert je elk moment van de dag met allerlei scams en herinnert je constant aan allerlei sociale verplichtingen. Of het herinnert je aan Facebook, en de sociale verplichtingen aldaar. Dus escapisme, nou ja, veel mensen nemen er af en toe hun toevlucht in.
Dus toen vorig jaar een zangeres kwam die zong over gouden vossen, in gouden zonsopgangen, om een gouden sleutel te vinden, om iets te doen met een gouden hart; welnu, dat is best escapistisch dunkt me, en het was nog makkelijk op het oor ook! Het was een snufje nu-disco, iets waarbij je kon wegdromen. Oftewel, nou juist het ding om ons het tweede decennium van dit millennium in te gidsen. Want in dit decennium wacht het debuutalbum Voluspa van deze band, The Golden Filter geheten. De naam van het album is naar een oud Noors gedicht welke in ieder geval gedeeltelijk verhaalt over de ondergang van de wereld en de daaropvolgende wederopbouw van iets mooiers. Wat, eigenlijk, sowieso het idee een beetje is van dit soort muziek: het wegdromen en verlangen naar iets wat meer ideaal. Wikipedia (ieders favo bron van informatie) heeft het er dan wel over dat aan het einde van het gedicht er een draak komt met dode lichamen op zijn vleugels, maar dat gedeelte laten we er voor het gemak eventjes weg.
De violen op de opening track ‘Dance Around the Fire’ geven een goede indicatie van de feel van het album. Twee/derde op weg wordt het nummer zelfs nog dansbaar wanneer het een beetje gas bijgeeft. En, uiteraard, zijn de key words van de track “mystery” en “golden” en “await a discovery”. Wat precies aan het branden is op het vuur waar iedereen om danst zal per persoon waarschijnlijk verschillend zijn, maar terwijl we het in vlammen zien opgaan wachten we allen waarschijnlijk op iets dat het vervangt, op iets ietwat idealer. Het tweede nummer is ‘Hide Me’ en onderscheidt zich met een fijne synth lijn. Het thema in dat nummer is escapisme by the numbers: je verstoppen totdat iemand je vindt. En dan niet a la Harold Pinter, waar je wordt gevonden door hetgeen waarvoor je jezelf aan het verstoppen was, maar uiteraard dat je gevonden wordt door jouw prins(es) welke met je zal dansen op de dromerige tonen van het nummer.
Dit laatste kan echter ook een deal breaker zijn misschien. Niet iedereen zal zich kunnen overgeven aan de dromerige, ietwat zachte wereld die The Golden Filter schetst. Niet iedereen houdt ervan zich onder de dekens te verstoppen en te dromen over gouden hemelen en moonlight fantasies. Sommige nummers zijn best in your face met het overbrengen van dit idee, en als je meer zo iemand bent van niet dromen en erover praten, maar doen, dan is dit misschien niet een wereld die dichtbij je zal staan. Kijk naar het toneelstuk A Streetcar Named Desire, waarin Blanche droomt en illusies opbouwt en dat is haar wereld, en als je meer zoals haar bent dan zal je jezelf comfortabeler voelen met de vibe van dit album dan als je meer als Stan bent uit het toneelstuk, iemand die leeft in de realiteit en zegt zoals het is, en geen tijd heeft voor dit soort nonsens.
Als je echter geen probleem hebt met de vibe dan kan dit album je misschien wel bekoren, want de band is wel heel goed in het neerzetten van deze feel. De eerste track en het nummer ‘Solid Gold’ zijn zeker highlights wat mij betreft. ‘Solid Gold’ is ook nog eens redelijk dansbaar (hoewel de kroon wat dat betreft gaat naar afsluiter ‘Thunderbird’), en ik kan me indenken dat dit nummer live ook echt een crowd pleaserk kan zijn. Die potentie heeft het in ieder geval. ‘The Underdogs’ is het volgende album, en ondanks de doordringende drums is het eigenlijk één van de zachtere nummers met een flinke dosis melancholie: “Next time, another day, I wish you’d feel the same”. A la Glass Candy zit er zelfs een spoken word telefoon stukje in, uh-huh.
‘Stardust’ is een ander nummer dat het mystieke probeert over te brengen, ditmaal in zes minuten met een aardige instrumentale interlude. ‘Frejya’s Ghost’ is een meer understated nummer, maar ik ben zeer ingenomen met de catchiness ervan zonder dat het te jazzy of te erg out there is, hoewel het wel een opkikker krijgt richting het einde toe. ‘Kiss Her Goodbye’ is een filmisch intermezzo van anderhalve minuut na welke het album afsluit met de nummers ‘Nerida’s Gone’ en het al eerder uitgekomen ‘Thunderbird’. De eerste daarvan is een langzame ballad, en de tweede is een nummer wat van alles op dit album het dichtst bij een club track komt. Het valt me nu op dat een Thunderbird, net als een draak, een mythisch wezen is. En op het eerste nummer dansten mensen om een vuur, wat misschien aangeeft dat ze de verbranding/vernietiging van iets vieren. Dus plotseling lijken het eerste en laatste nummer best veel op het eerste en laatste gedeelte van het Noorse gedicht waar de titel van is ontleent. Nu heb ik dat gedicht niet gelezen en zal ik de analyse in hoeverre het album thematisch gezien overeenkomt met het gedicht niet uitvoeren, maar ik ben wel benieuwd of dit het geval is. Mochten mensen het weten, shoot!
Zoals al eerder aangegeven ben ik er niet zeker van dat iedereen het dromerige, het sprookjesachtige van dit album zal kunnen appreciëren. Daarentegen, zoals in de inleiding gezegd, denk ik wel dat de groep die dit soort muziek leuk vindt is gegroeid in de laatste paar jaar. Het album is gevuld met een paar geweldige Italo-achtige nummers, hoewel het soms misschien wat overdrijft met de sfeerbeelden. Ondanks dat staan er genoeg fijne nummers op die veel variëren maar ondanks dat onmiskenbaar bij elkaar horen en gezamenlijk een bepaalde vibe hebben. Wat niet niks is voor een debuut, eentje waarvan ik denk dat genoeg mensen zullen genieten.
Dus toen vorig jaar een zangeres kwam die zong over gouden vossen, in gouden zonsopgangen, om een gouden sleutel te vinden, om iets te doen met een gouden hart; welnu, dat is best escapistisch dunkt me, en het was nog makkelijk op het oor ook! Het was een snufje nu-disco, iets waarbij je kon wegdromen. Oftewel, nou juist het ding om ons het tweede decennium van dit millennium in te gidsen. Want in dit decennium wacht het debuutalbum Voluspa van deze band, The Golden Filter geheten. De naam van het album is naar een oud Noors gedicht welke in ieder geval gedeeltelijk verhaalt over de ondergang van de wereld en de daaropvolgende wederopbouw van iets mooiers. Wat, eigenlijk, sowieso het idee een beetje is van dit soort muziek: het wegdromen en verlangen naar iets wat meer ideaal. Wikipedia (ieders favo bron van informatie) heeft het er dan wel over dat aan het einde van het gedicht er een draak komt met dode lichamen op zijn vleugels, maar dat gedeelte laten we er voor het gemak eventjes weg.
De violen op de opening track ‘Dance Around the Fire’ geven een goede indicatie van de feel van het album. Twee/derde op weg wordt het nummer zelfs nog dansbaar wanneer het een beetje gas bijgeeft. En, uiteraard, zijn de key words van de track “mystery” en “golden” en “await a discovery”. Wat precies aan het branden is op het vuur waar iedereen om danst zal per persoon waarschijnlijk verschillend zijn, maar terwijl we het in vlammen zien opgaan wachten we allen waarschijnlijk op iets dat het vervangt, op iets ietwat idealer. Het tweede nummer is ‘Hide Me’ en onderscheidt zich met een fijne synth lijn. Het thema in dat nummer is escapisme by the numbers: je verstoppen totdat iemand je vindt. En dan niet a la Harold Pinter, waar je wordt gevonden door hetgeen waarvoor je jezelf aan het verstoppen was, maar uiteraard dat je gevonden wordt door jouw prins(es) welke met je zal dansen op de dromerige tonen van het nummer.
Dit laatste kan echter ook een deal breaker zijn misschien. Niet iedereen zal zich kunnen overgeven aan de dromerige, ietwat zachte wereld die The Golden Filter schetst. Niet iedereen houdt ervan zich onder de dekens te verstoppen en te dromen over gouden hemelen en moonlight fantasies. Sommige nummers zijn best in your face met het overbrengen van dit idee, en als je meer zo iemand bent van niet dromen en erover praten, maar doen, dan is dit misschien niet een wereld die dichtbij je zal staan. Kijk naar het toneelstuk A Streetcar Named Desire, waarin Blanche droomt en illusies opbouwt en dat is haar wereld, en als je meer zoals haar bent dan zal je jezelf comfortabeler voelen met de vibe van dit album dan als je meer als Stan bent uit het toneelstuk, iemand die leeft in de realiteit en zegt zoals het is, en geen tijd heeft voor dit soort nonsens.
Als je echter geen probleem hebt met de vibe dan kan dit album je misschien wel bekoren, want de band is wel heel goed in het neerzetten van deze feel. De eerste track en het nummer ‘Solid Gold’ zijn zeker highlights wat mij betreft. ‘Solid Gold’ is ook nog eens redelijk dansbaar (hoewel de kroon wat dat betreft gaat naar afsluiter ‘Thunderbird’), en ik kan me indenken dat dit nummer live ook echt een crowd pleaserk kan zijn. Die potentie heeft het in ieder geval. ‘The Underdogs’ is het volgende album, en ondanks de doordringende drums is het eigenlijk één van de zachtere nummers met een flinke dosis melancholie: “Next time, another day, I wish you’d feel the same”. A la Glass Candy zit er zelfs een spoken word telefoon stukje in, uh-huh.
‘Stardust’ is een ander nummer dat het mystieke probeert over te brengen, ditmaal in zes minuten met een aardige instrumentale interlude. ‘Frejya’s Ghost’ is een meer understated nummer, maar ik ben zeer ingenomen met de catchiness ervan zonder dat het te jazzy of te erg out there is, hoewel het wel een opkikker krijgt richting het einde toe. ‘Kiss Her Goodbye’ is een filmisch intermezzo van anderhalve minuut na welke het album afsluit met de nummers ‘Nerida’s Gone’ en het al eerder uitgekomen ‘Thunderbird’. De eerste daarvan is een langzame ballad, en de tweede is een nummer wat van alles op dit album het dichtst bij een club track komt. Het valt me nu op dat een Thunderbird, net als een draak, een mythisch wezen is. En op het eerste nummer dansten mensen om een vuur, wat misschien aangeeft dat ze de verbranding/vernietiging van iets vieren. Dus plotseling lijken het eerste en laatste nummer best veel op het eerste en laatste gedeelte van het Noorse gedicht waar de titel van is ontleent. Nu heb ik dat gedicht niet gelezen en zal ik de analyse in hoeverre het album thematisch gezien overeenkomt met het gedicht niet uitvoeren, maar ik ben wel benieuwd of dit het geval is. Mochten mensen het weten, shoot!
Zoals al eerder aangegeven ben ik er niet zeker van dat iedereen het dromerige, het sprookjesachtige van dit album zal kunnen appreciëren. Daarentegen, zoals in de inleiding gezegd, denk ik wel dat de groep die dit soort muziek leuk vindt is gegroeid in de laatste paar jaar. Het album is gevuld met een paar geweldige Italo-achtige nummers, hoewel het soms misschien wat overdrijft met de sfeerbeelden. Ondanks dat staan er genoeg fijne nummers op die veel variëren maar ondanks dat onmiskenbaar bij elkaar horen en gezamenlijk een bepaalde vibe hebben. Wat niet niks is voor een debuut, eentje waarvan ik denk dat genoeg mensen zullen genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten