Welnu, ik ben niet iemand die gemakkelijk kippenvel of tranen in mijn ogen krijgt. Een veel voorkomend hedendaags fenomeen misschien, want sinds de Vietnam oorlog krijgen we in de kranten, op tv, in ons huis, etcetera continu schokkende beelden voorgeschoteld. En dus doet dat je niets meer. En zo ben ik dus immuun voor Afrikaanse kindjes die verhongeren, kan ik me geen gevoel aanmeten als ik in olie doordrenkte vissen zie, en oorlogen en dode soldaten mogen aansluiten bij één van de vele “verschrikkelijke” beelden die ik dagelijks voor mijn neus geschoteld krijg en dus geen resonantie meer hebben (if you’re interested, check Aunt Dan and Lemon van Wallace Shawn waar dit thema spitsvondig in naar voren komt, de emotionele vervlakking).
Daarentegen, ik ben niet gevoelloos. Alleen, soms, op rare momenten. Ik moest mezelf inhouden toen Marianne Vos – de beste wielrenster overal – tijdens het NK naar ploeggenote Gunnewijk reed, makkelijk over haar heen kon, maar de overwinning aan haar liet. En het beeld wat tijdens de grote Tour quiz langskwam van een in foetushouding liggende, dode Fabio Casartelli vond ik zeer aangrijpend. En ik kreeg kippenvel toen The National ‘Daughters of the Soho Riots’ speelde afgelopen week in Paradiso. Voor de tweede keer op rij. Het nummer kabbelt voort, maar er zit zoveel triestheid in, zoveel onderliggend drama welk gevoel wordt verhoogd door de muziek en door de terughoudende maar emotieve zang van Berninger dat het dus zelfs een fysieke reactie bij mij uitlokt.
Twee dagen, tweemaal The National. In Paradiso en in Tivoli. De ene dag beginnen ze om half tien en spelen ze een uur en drie kwartier, de andere dag beginnen ze om zeven uur en spelen ze strak anderhalf uur zodat daarna iedereen de euforie van het Nederlands elftal mee kan maken. Waardoor wel ‘About Today’ geslachtofferd wordt, een nummer dat ik graag wil horen, nog nooit heb gehoord, en die een dag later in Tivoli ook niet aan bod komt. Wat ik en de rest van de zaal wel te horen krijgen is ‘You Were a Kindness’. Of zo staat het in ieder geval op de setlist. Een nieuw nummer, nog nooit gespeeld, en welke op mij verrassend goed overkomt. Ik probeer de teksten te ontrafelen uit de mompelende bariton van Berninger. Ik slaag erin. Ik vergeet het. Het begin deed me een beetje denken aan het praat-achtige van ‘All Dolled-Up in Straps’, één van mijn favorieten van de Cherry Tree EP.
Van die EP spelen ze louter ‘All The Wine’, een nummer dat ook op het album Alligator staat. Een paar jaar terug in de Melkweg speelden ze ‘Wasp Nest’. Nu gaan ze nog iets verder in de historie en spelen ze ‘Available’ van Sad Songs for Dirty Lovers, gevolgd door het einde van ‘Cardinal Song’ van hetzelfde album. Ten minste, in Tivoli. In Paradiso probeert Berninger het ook. Hij vergeet de tekst. Ze proberen het opnieuw. Hij vergeet het weer. De band begint een ander nummer. “Could we try it again from the top, I think I remember the lyrics now,” grapt Berninger. Aan inside banter is geen gebrek.
De grapjes die de band onderling maakt zijn een beetje inside, en voor anderen heb je een beetje kennis nodig. Berninger draagt een oranje broek, gekocht in Zweden, en veel te groot. “They like the colour orange there. And Dom DeLuise trousers”. Het helpt als je weet wie DeLuise is. Het helpt ook als je weet dat Padma Newsome uit Australie komt als één van de Dessner broertjes grapt dat het volgende nummer voor een team is dat het niet zo goed deed op het WK. “But we love them dearly,” zegt Padma, die verrast met haast klassiek geschoolde uithalen in de achtergrond van één van de High Violet nummers. Misschien wel de grootste verrassing van de avonden.
Want het is geen verrassing dat The National twee geweldige shows weggeeft. De band is superstrak, van de lead guitar tot de twee blazers aan toe. In Tivoli sta ik voor de lead guitar, en voor het eerst merk ik op hoeveel extra dat geeft aan de nummers. Nummers die zo zorgvuldig zijn gebouwd en zo gelaagd zijn dat je jaren na dato nog wat nieuws erin kan ontdekken. Ook de viool van Newsome is fantastisch, en over de drums hoeven we het eigenlijk al niet meer te hebben.
En de stem. In het begin in Paradiso komt het enigszins mechanisch door de boxen tot waar ik sta (achteraan). Na verloop van tijd is dat beter. In Tivoli had kan ik hem bijna horen zonder microfoon. En kan ik hem goed zien. Elk stukje emotie wat er in hem zit. De microfoonstandaard moet het ontgelden. Bijna de mensen voor de microfoonstandaard ook.
Soms stop hij met zingen. Soms schreeuwt hij het uit buiten de microfoon om. Soms bukt hij voor één van de amps en zit hij gehurkt met zijn rug naar het publiek. Altijd slaat hij met zijn handen tegen elkaar. Zijn vuisten. Of tegen zijn benen. Dat doet hij ook. Bij sommige zangers die emotie tonen denk je, ja ja, niemand trapt erin. Maar Berninger lijkt elk woord persoonlijk te voelen. Soms zelfs zo dat hij denkt, ik herhaal hetzelfde couplet nog een keer. Zoals in Tivoli bij ‘Terrible Love’, waar hij het eerste couplet prefereert boven het tweede en die laatste dus vervangt. Als je pure perfectie zoekt dan moet je hier niet zijn, hoewel het wel pure perfectie is. Maar deze perfectie wordt niet ingegeven door prachtige noten, door de exact juiste woorden op het exact juiste moment; deze perfectie is er omdat de band met de muziek, met hun gedrag, en met de zang en de gezongen woorden hun boodschap en gevoel weten te projecteren.
Dan is de band ook nog eens gegroeid. Een nummer als ‘Squalor Victoria’, hoe ze het nu live spelen is geweldig. De muziek stuwt het nummer voort waardoor op het eindje het voelt alsof Berninger niets anders kan dan de woorden uitschreeuwen. Na de voorgaande drie minuten en de opbouw daarvan is dat de logische conclusie. Hij kan niet anders. Dat is knap. Hij schreeuwt niet om het schreeuwen, of om als een aapje het publiek die edge te geven waar sommigen misschien wel voor komen. Het moet gewoon zo. Hij heeft geen keus. Hij moet schreeuwen. Als de muziek zo’n gevoel kan oproepen, als de muziek eigenlijk het gedrag en de woorden van de frontman rechtvaardigt, dan heb je echt iets gebouwd wat staat als een huis.
In Tivoli speelt de band ‘Secret Meeting’ (waarvan het “I’m talking ace this morning” gedeelte wat mij betreft zeer goed uit de verf komt) en het dromerige ‘Lemonworld’. Van het nieuwe album vind ik vooral ‘Afraid for Everyone’ en ‘England’ prachtig live. ‘Mistaken for Strangers’ en ‘Apartment Story’ zijn nog steeds power houses van Boxer. ‘Terrible Love’ vind ik persoonlijk een prachtige afsluiting, in Paradiso meer dan in Tivoli omdat in Paradiso hij mijn favoriete couplet wel zingt. In Tivoli gaat hij dan wel weer het publiek in. Hij lijkt daar iets meer emotie te tonen tijdens die gig, op een gegeven moment zoveel dat ik één van de Dessner broertjes zorgelijk zie kijken. Hopelijk werken deze optredens niet destructief maar kan hij hierdoor de demonen uitbannen of in ieder geval in het reine komen met zijn zijn. Ik denk dat voor velen in het publiek dat in ieder geval wel zo is, en hoeveel bands kunnen zeggen dat ze zoiets bij mensen bereiken?
Daarentegen, ik ben niet gevoelloos. Alleen, soms, op rare momenten. Ik moest mezelf inhouden toen Marianne Vos – de beste wielrenster overal – tijdens het NK naar ploeggenote Gunnewijk reed, makkelijk over haar heen kon, maar de overwinning aan haar liet. En het beeld wat tijdens de grote Tour quiz langskwam van een in foetushouding liggende, dode Fabio Casartelli vond ik zeer aangrijpend. En ik kreeg kippenvel toen The National ‘Daughters of the Soho Riots’ speelde afgelopen week in Paradiso. Voor de tweede keer op rij. Het nummer kabbelt voort, maar er zit zoveel triestheid in, zoveel onderliggend drama welk gevoel wordt verhoogd door de muziek en door de terughoudende maar emotieve zang van Berninger dat het dus zelfs een fysieke reactie bij mij uitlokt.
Twee dagen, tweemaal The National. In Paradiso en in Tivoli. De ene dag beginnen ze om half tien en spelen ze een uur en drie kwartier, de andere dag beginnen ze om zeven uur en spelen ze strak anderhalf uur zodat daarna iedereen de euforie van het Nederlands elftal mee kan maken. Waardoor wel ‘About Today’ geslachtofferd wordt, een nummer dat ik graag wil horen, nog nooit heb gehoord, en die een dag later in Tivoli ook niet aan bod komt. Wat ik en de rest van de zaal wel te horen krijgen is ‘You Were a Kindness’. Of zo staat het in ieder geval op de setlist. Een nieuw nummer, nog nooit gespeeld, en welke op mij verrassend goed overkomt. Ik probeer de teksten te ontrafelen uit de mompelende bariton van Berninger. Ik slaag erin. Ik vergeet het. Het begin deed me een beetje denken aan het praat-achtige van ‘All Dolled-Up in Straps’, één van mijn favorieten van de Cherry Tree EP.
Van die EP spelen ze louter ‘All The Wine’, een nummer dat ook op het album Alligator staat. Een paar jaar terug in de Melkweg speelden ze ‘Wasp Nest’. Nu gaan ze nog iets verder in de historie en spelen ze ‘Available’ van Sad Songs for Dirty Lovers, gevolgd door het einde van ‘Cardinal Song’ van hetzelfde album. Ten minste, in Tivoli. In Paradiso probeert Berninger het ook. Hij vergeet de tekst. Ze proberen het opnieuw. Hij vergeet het weer. De band begint een ander nummer. “Could we try it again from the top, I think I remember the lyrics now,” grapt Berninger. Aan inside banter is geen gebrek.
De grapjes die de band onderling maakt zijn een beetje inside, en voor anderen heb je een beetje kennis nodig. Berninger draagt een oranje broek, gekocht in Zweden, en veel te groot. “They like the colour orange there. And Dom DeLuise trousers”. Het helpt als je weet wie DeLuise is. Het helpt ook als je weet dat Padma Newsome uit Australie komt als één van de Dessner broertjes grapt dat het volgende nummer voor een team is dat het niet zo goed deed op het WK. “But we love them dearly,” zegt Padma, die verrast met haast klassiek geschoolde uithalen in de achtergrond van één van de High Violet nummers. Misschien wel de grootste verrassing van de avonden.
Want het is geen verrassing dat The National twee geweldige shows weggeeft. De band is superstrak, van de lead guitar tot de twee blazers aan toe. In Tivoli sta ik voor de lead guitar, en voor het eerst merk ik op hoeveel extra dat geeft aan de nummers. Nummers die zo zorgvuldig zijn gebouwd en zo gelaagd zijn dat je jaren na dato nog wat nieuws erin kan ontdekken. Ook de viool van Newsome is fantastisch, en over de drums hoeven we het eigenlijk al niet meer te hebben.
En de stem. In het begin in Paradiso komt het enigszins mechanisch door de boxen tot waar ik sta (achteraan). Na verloop van tijd is dat beter. In Tivoli had kan ik hem bijna horen zonder microfoon. En kan ik hem goed zien. Elk stukje emotie wat er in hem zit. De microfoonstandaard moet het ontgelden. Bijna de mensen voor de microfoonstandaard ook.
Soms stop hij met zingen. Soms schreeuwt hij het uit buiten de microfoon om. Soms bukt hij voor één van de amps en zit hij gehurkt met zijn rug naar het publiek. Altijd slaat hij met zijn handen tegen elkaar. Zijn vuisten. Of tegen zijn benen. Dat doet hij ook. Bij sommige zangers die emotie tonen denk je, ja ja, niemand trapt erin. Maar Berninger lijkt elk woord persoonlijk te voelen. Soms zelfs zo dat hij denkt, ik herhaal hetzelfde couplet nog een keer. Zoals in Tivoli bij ‘Terrible Love’, waar hij het eerste couplet prefereert boven het tweede en die laatste dus vervangt. Als je pure perfectie zoekt dan moet je hier niet zijn, hoewel het wel pure perfectie is. Maar deze perfectie wordt niet ingegeven door prachtige noten, door de exact juiste woorden op het exact juiste moment; deze perfectie is er omdat de band met de muziek, met hun gedrag, en met de zang en de gezongen woorden hun boodschap en gevoel weten te projecteren.
Dan is de band ook nog eens gegroeid. Een nummer als ‘Squalor Victoria’, hoe ze het nu live spelen is geweldig. De muziek stuwt het nummer voort waardoor op het eindje het voelt alsof Berninger niets anders kan dan de woorden uitschreeuwen. Na de voorgaande drie minuten en de opbouw daarvan is dat de logische conclusie. Hij kan niet anders. Dat is knap. Hij schreeuwt niet om het schreeuwen, of om als een aapje het publiek die edge te geven waar sommigen misschien wel voor komen. Het moet gewoon zo. Hij heeft geen keus. Hij moet schreeuwen. Als de muziek zo’n gevoel kan oproepen, als de muziek eigenlijk het gedrag en de woorden van de frontman rechtvaardigt, dan heb je echt iets gebouwd wat staat als een huis.
In Tivoli speelt de band ‘Secret Meeting’ (waarvan het “I’m talking ace this morning” gedeelte wat mij betreft zeer goed uit de verf komt) en het dromerige ‘Lemonworld’. Van het nieuwe album vind ik vooral ‘Afraid for Everyone’ en ‘England’ prachtig live. ‘Mistaken for Strangers’ en ‘Apartment Story’ zijn nog steeds power houses van Boxer. ‘Terrible Love’ vind ik persoonlijk een prachtige afsluiting, in Paradiso meer dan in Tivoli omdat in Paradiso hij mijn favoriete couplet wel zingt. In Tivoli gaat hij dan wel weer het publiek in. Hij lijkt daar iets meer emotie te tonen tijdens die gig, op een gegeven moment zoveel dat ik één van de Dessner broertjes zorgelijk zie kijken. Hopelijk werken deze optredens niet destructief maar kan hij hierdoor de demonen uitbannen of in ieder geval in het reine komen met zijn zijn. Ik denk dat voor velen in het publiek dat in ieder geval wel zo is, en hoeveel bands kunnen zeggen dat ze zoiets bij mensen bereiken?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten