“Moderne ontevredenheid”, zoals in de titel staat, heeft niet helemaal iets te maken met chronologie. Eigenlijk is de problematiek hetzelfde als waarover literaire en kunstzinnige figuren als Franz Kafka en Charlie Chaplin al over schreven. Maar het is in die zin modern dat deze “problemen” in de huidige samenleving (nog steeds) een grote rol spelen. Charlie Chaplin zei ooit in zijn film The Great Dictator, de wereld wordt kleiner, dus nou juist nu is het nodig dat we meer compassie voor elkaar gaan tonen. En sinds Chaplin is de wereld inderdaad kleiner geworden, en al helemaal door het internet, wat je op elk moment van de dag met iedereen en over iedereen kan laten communiceren.
Echter, dit kleiner worden is niet met de humaniteit gepaard gegaan waar Chaplin op hoopte. Sterker, je zou kunnen stellen dat het internet communicatie barrières en remmingen heeft weggehaald. Denk aan de Postbus 51 spotjes over digitaal pesten. Maar niet alleen het pesten van klasgenootjes is makkelijker geworden, maar ook het “jij bent kut!” zeggen tegen een totale vreemde kan over internet, en dat geheel zonder implicaties behalve een stoerheid boost van je internet personae. Wat ook een linguïstiek probleem met zich meebrengt. Want zegt “jij bent kut” hier iets over de persoonlijkheid van degene aan wie het gericht is, of vervalt die betekenis in deze context? Want dit wordt vaak op het internet heen en weer gegooid zonder echt een goede reden, dus blijft de betekenis dan wel hetzelfde? Woorden worden zo vaak gebruikt, maar de betekenissen lijken te verschuiven. En soms verschuift het per persoon. Communicatie, miscommunicatie, overvloed aan communicatie, en vervlakking van communicatie in de hedendaagse samenleving lijkt ook in het werk van LCD Soundsystem zijn gekropen op hun meest recente album, This Is Happening. En dan gekoppeld aan de vraag, wat voor effect heeft het op echt contact hebben en maken met mensen?
Het eerste nummer begint met de zinnen: “Walking up to me expecting / walking up to me / expecting words / it happens all the time”. Dat laatste komt op mij over als iemand die zijn excuses aanbiedt omdat hij niet een bepaalde verwachting waar kan maken. “Are you Brian Eno?” “No, not really.” “Oh… I’m sorry”. “Doesn’t matter, it happens all the time”. Door het internet kan je het gevoel krijgen mensen te kennen, en je geeft een naam een bepaalde betekenis, een bepaalde invulling van wat die naam aangeeft. De betekenis die deze naam, in dit geval James Murphy, voor jou heeft kan compleet verschuiven. Je verwacht misschien een man met erudiete uitspraken op basis van zijn interviews en nummers, en deze verwachting blijkt niet ingelost te kunnen worden. “Oh, I’m sorry.” “Doesn’t matter, it happens all the time.”
Als gezegd, humaniteit en het verlies daarvan via o.a. internet lijkt in dit album te zijn gesijpeld. In het The Juan MacLean achtige nummer ‘One Touch’ zingt Murphy: “People who like people to the back of the bus”. Oftewel, mensen die om mensen geven mogen achterin de bus plaatsnemen, iets wat een negatieve connotatie heeft aangezien de African-Americans voor de jaren Zestig ook naar die plaatsen werden verbannen. “People who need people are just people who need people” komt op mij over alsof het een groep is die achtergesteld wordt, en het lijkt ook wel alsof de andere groep het absurd, het bizar vindt dat mensen meer dan “one touch” nodig hebben. “I don’t think that we will be pleased with this / We’ve been waiting such a long time / I remember the promises made to us” doet mij denken aan iemand die wil aangeven dat het zo niet kan en dat hij verandering wilt. En dat hij die ook belooft was, eigenlijk, toch wel. Echter dit is zo zichzelf excuserend geformuleerd dat je jezelf kan afvragen of de narrator niet gewoon mooi aan het lijntje wordt gehouden door mensen die de mens niet in ogenschouw nemen, oftewel, de dominante groep.
In het volgende nummer krijgt degene niet de “pity” en “bitter tears” die zouden aangeven dat er meegeleefd wordt met de narrator’s kant van het verhaal, met een emotionele vervlakking en instrumentale meltdown tot gevolg zo lijkt het. ‘I Can Change’ is een persoonlijke favoriet op het album. Downtempo beat section met daarover Murphy die zeer sterk de gevoelens van het nummer projecteert via zijn stem. De inversie van “Never change never change never change / that is why I fell in love” naar “I can change I can change I can change / if that helps you fall in love” is even slim als on the money. Het laat ook de steeds verschuivende emotionele waardes zien. Het nummer ‘You Wanted a Hit’ keert weer terug naar het eerdere thema.
Normaal hou ik er niet zo van als bands echt over het band zijn gaan zingen, en dan al helemaal niet als het in relatie tot dat vervelende publiek en die “muziekliefhebbers” is. ‘You Wanted a Hit’ en ‘Pow Pow’ gaan daar over, maar het zegt net iets meer over de hedendaagse maatschappij dan normaal dit soort tracks. In deze nummers gaat het over verschillende perspectieven en visies en het gebrek aan een eenduidig juist antwoord. “You wanted it real / but can you tell me what’s real?” zingt Murphy. Iets is niet authentiek genoeg, iets is niet “echt” genoeg; maar wat zijn daarvan de criteria? Hoe kunnen mensen dat soort uitspraken doen terwijl deze woorden in essentie geen betekenis hebben. Een vaas kan een authentieke Ming dynastie vaas zijn en dit kan archeologisch bepaald worden, maar die betekenis vervalt hier. Of in ieder geval, het is duidelijk dat James Murphy twijfelt aan het gebruik van het woord en de betekenis in deze context. “You wanted the truth / and then you say you want proof”. Ook bij het woord “waarheid” kan je jezelf afvragen of het in deze context niet zonder waarde komt te zitten. Duidelijk is dat er een discrepantie tussen de betekenissen zit, want de een vraagt om truth, de ander denkt het te geven, en de andere zegt, ik geloof het niet, bewijs het maar. Wat als het gaat om ben je in de supermarkt geweest gister ja of nee kan, maar heeft het woord in deze context dezelfde definitie?
In het meer punky nummer ‘Pow Pow’ (een van de weinige nummers met een punky vibe naast ‘Drunk Girls’) gaat het om het verschil in perspectief, enerzijds van de persoon in de spotlight, anderzijds van de persoon achter de computer kijkend naar de persoon in de spotlight. “You on the outside / me on the inside / there’s advantages to both” nuanceert Murphy. “But what you want for now is someone to feel you”. Dat is toch iets wat blijft terugkomen. In ‘Somebody’s Calling Me’ stokt de communicatie echter weer. Liefdesverklaringen worden niet gesnapt, niet opgenomen, of gezegd zonder werkelijke betekenis. Dit waarschijnlijk onder invloed, ten minste, zo komt het op mij over vanwege de drowsy manier waarop Murphy zingt en hoe de synth dit lijkt te versterken, wat ik overigens erg nifty gedaan vind. Het komt op mij echt over als iemand die dronken tegen me aan zit te brabbelen. “Baaaaaaaybbbieee, com with meeeeeeeee”. De communicatie stokt dus: “Somebody’s calling me / to be my girl / but the phone won’t ring” en “the heart won’t beat / when I’m half asleep”. Persoonlijk doet mij dit denken aan een man die een nacht weg is en vrouwlief die thuis is en probeert contact te maken met haar man (wat niet lukt) en de man die probeert contact te maken met whomever (wat ook niet erg resoneert).
Stokkende communicatie is er ook in ‘Home’. “Yeah no one ever knows what you’re talking about”, “No one opens up when you scream or shout”, “You might forget the sound of a voice”, “Just do it right / make it perfect and real / because it’s everything / no everything was never the deal”. Dat laatste geeft ook een miscommunicatie aan, of het nu is voor deze nacht (jij dacht dat we verliefd gingen worden, ik dacht, we gaan ketsen) of dat het nu is wat betreft contemporaine misconcepties (in hoeverre geloven we nog in de perfectie monogame relatie voor de komende 80 jaar zoals onze voorouderen dat deden?); ergens zit er een discrepantie.
Wat dat betreft kan je thematisch gezien wel een lijn trekken in dit album aangaande de moderne problematiek van deze tijd. In het album komt sterk naar voren de afvlakking van echt contact met mensen, wat in die zin ook met zich meebrengt dat je eerder miscommunicatie hebt omdat er geen echt contact meer wordt gemaakt. Er is eerder ruis, en je voelt je eerder geïsoleerd, ondanks dat je nou juist in deze maatschappij surrounded bent met mogelijk “contact”. En misschien juist door de hoeveelheid aan “contact”, het continue gebruik van woorden, verschuiven de betekenissen van woorden, en misschien verschuiven ze wel voor ieder persoonlijk. Wat is “do it right / make it perfect and real?”, en wat is de “truth” zoals in ‘You Wanted a Hit?’. Er is contact, maar er is geen connectie. Er worden pogingen gedaan om te communiceren, maar de communicatie loopt uit op frustratie, present company excluded every time.
Echter, dit kleiner worden is niet met de humaniteit gepaard gegaan waar Chaplin op hoopte. Sterker, je zou kunnen stellen dat het internet communicatie barrières en remmingen heeft weggehaald. Denk aan de Postbus 51 spotjes over digitaal pesten. Maar niet alleen het pesten van klasgenootjes is makkelijker geworden, maar ook het “jij bent kut!” zeggen tegen een totale vreemde kan over internet, en dat geheel zonder implicaties behalve een stoerheid boost van je internet personae. Wat ook een linguïstiek probleem met zich meebrengt. Want zegt “jij bent kut” hier iets over de persoonlijkheid van degene aan wie het gericht is, of vervalt die betekenis in deze context? Want dit wordt vaak op het internet heen en weer gegooid zonder echt een goede reden, dus blijft de betekenis dan wel hetzelfde? Woorden worden zo vaak gebruikt, maar de betekenissen lijken te verschuiven. En soms verschuift het per persoon. Communicatie, miscommunicatie, overvloed aan communicatie, en vervlakking van communicatie in de hedendaagse samenleving lijkt ook in het werk van LCD Soundsystem zijn gekropen op hun meest recente album, This Is Happening. En dan gekoppeld aan de vraag, wat voor effect heeft het op echt contact hebben en maken met mensen?
Het eerste nummer begint met de zinnen: “Walking up to me expecting / walking up to me / expecting words / it happens all the time”. Dat laatste komt op mij over als iemand die zijn excuses aanbiedt omdat hij niet een bepaalde verwachting waar kan maken. “Are you Brian Eno?” “No, not really.” “Oh… I’m sorry”. “Doesn’t matter, it happens all the time”. Door het internet kan je het gevoel krijgen mensen te kennen, en je geeft een naam een bepaalde betekenis, een bepaalde invulling van wat die naam aangeeft. De betekenis die deze naam, in dit geval James Murphy, voor jou heeft kan compleet verschuiven. Je verwacht misschien een man met erudiete uitspraken op basis van zijn interviews en nummers, en deze verwachting blijkt niet ingelost te kunnen worden. “Oh, I’m sorry.” “Doesn’t matter, it happens all the time.”
Als gezegd, humaniteit en het verlies daarvan via o.a. internet lijkt in dit album te zijn gesijpeld. In het The Juan MacLean achtige nummer ‘One Touch’ zingt Murphy: “People who like people to the back of the bus”. Oftewel, mensen die om mensen geven mogen achterin de bus plaatsnemen, iets wat een negatieve connotatie heeft aangezien de African-Americans voor de jaren Zestig ook naar die plaatsen werden verbannen. “People who need people are just people who need people” komt op mij over alsof het een groep is die achtergesteld wordt, en het lijkt ook wel alsof de andere groep het absurd, het bizar vindt dat mensen meer dan “one touch” nodig hebben. “I don’t think that we will be pleased with this / We’ve been waiting such a long time / I remember the promises made to us” doet mij denken aan iemand die wil aangeven dat het zo niet kan en dat hij verandering wilt. En dat hij die ook belooft was, eigenlijk, toch wel. Echter dit is zo zichzelf excuserend geformuleerd dat je jezelf kan afvragen of de narrator niet gewoon mooi aan het lijntje wordt gehouden door mensen die de mens niet in ogenschouw nemen, oftewel, de dominante groep.
In het volgende nummer krijgt degene niet de “pity” en “bitter tears” die zouden aangeven dat er meegeleefd wordt met de narrator’s kant van het verhaal, met een emotionele vervlakking en instrumentale meltdown tot gevolg zo lijkt het. ‘I Can Change’ is een persoonlijke favoriet op het album. Downtempo beat section met daarover Murphy die zeer sterk de gevoelens van het nummer projecteert via zijn stem. De inversie van “Never change never change never change / that is why I fell in love” naar “I can change I can change I can change / if that helps you fall in love” is even slim als on the money. Het laat ook de steeds verschuivende emotionele waardes zien. Het nummer ‘You Wanted a Hit’ keert weer terug naar het eerdere thema.
Normaal hou ik er niet zo van als bands echt over het band zijn gaan zingen, en dan al helemaal niet als het in relatie tot dat vervelende publiek en die “muziekliefhebbers” is. ‘You Wanted a Hit’ en ‘Pow Pow’ gaan daar over, maar het zegt net iets meer over de hedendaagse maatschappij dan normaal dit soort tracks. In deze nummers gaat het over verschillende perspectieven en visies en het gebrek aan een eenduidig juist antwoord. “You wanted it real / but can you tell me what’s real?” zingt Murphy. Iets is niet authentiek genoeg, iets is niet “echt” genoeg; maar wat zijn daarvan de criteria? Hoe kunnen mensen dat soort uitspraken doen terwijl deze woorden in essentie geen betekenis hebben. Een vaas kan een authentieke Ming dynastie vaas zijn en dit kan archeologisch bepaald worden, maar die betekenis vervalt hier. Of in ieder geval, het is duidelijk dat James Murphy twijfelt aan het gebruik van het woord en de betekenis in deze context. “You wanted the truth / and then you say you want proof”. Ook bij het woord “waarheid” kan je jezelf afvragen of het in deze context niet zonder waarde komt te zitten. Duidelijk is dat er een discrepantie tussen de betekenissen zit, want de een vraagt om truth, de ander denkt het te geven, en de andere zegt, ik geloof het niet, bewijs het maar. Wat als het gaat om ben je in de supermarkt geweest gister ja of nee kan, maar heeft het woord in deze context dezelfde definitie?
In het meer punky nummer ‘Pow Pow’ (een van de weinige nummers met een punky vibe naast ‘Drunk Girls’) gaat het om het verschil in perspectief, enerzijds van de persoon in de spotlight, anderzijds van de persoon achter de computer kijkend naar de persoon in de spotlight. “You on the outside / me on the inside / there’s advantages to both” nuanceert Murphy. “But what you want for now is someone to feel you”. Dat is toch iets wat blijft terugkomen. In ‘Somebody’s Calling Me’ stokt de communicatie echter weer. Liefdesverklaringen worden niet gesnapt, niet opgenomen, of gezegd zonder werkelijke betekenis. Dit waarschijnlijk onder invloed, ten minste, zo komt het op mij over vanwege de drowsy manier waarop Murphy zingt en hoe de synth dit lijkt te versterken, wat ik overigens erg nifty gedaan vind. Het komt op mij echt over als iemand die dronken tegen me aan zit te brabbelen. “Baaaaaaaybbbieee, com with meeeeeeeee”. De communicatie stokt dus: “Somebody’s calling me / to be my girl / but the phone won’t ring” en “the heart won’t beat / when I’m half asleep”. Persoonlijk doet mij dit denken aan een man die een nacht weg is en vrouwlief die thuis is en probeert contact te maken met haar man (wat niet lukt) en de man die probeert contact te maken met whomever (wat ook niet erg resoneert).
Stokkende communicatie is er ook in ‘Home’. “Yeah no one ever knows what you’re talking about”, “No one opens up when you scream or shout”, “You might forget the sound of a voice”, “Just do it right / make it perfect and real / because it’s everything / no everything was never the deal”. Dat laatste geeft ook een miscommunicatie aan, of het nu is voor deze nacht (jij dacht dat we verliefd gingen worden, ik dacht, we gaan ketsen) of dat het nu is wat betreft contemporaine misconcepties (in hoeverre geloven we nog in de perfectie monogame relatie voor de komende 80 jaar zoals onze voorouderen dat deden?); ergens zit er een discrepantie.
Wat dat betreft kan je thematisch gezien wel een lijn trekken in dit album aangaande de moderne problematiek van deze tijd. In het album komt sterk naar voren de afvlakking van echt contact met mensen, wat in die zin ook met zich meebrengt dat je eerder miscommunicatie hebt omdat er geen echt contact meer wordt gemaakt. Er is eerder ruis, en je voelt je eerder geïsoleerd, ondanks dat je nou juist in deze maatschappij surrounded bent met mogelijk “contact”. En misschien juist door de hoeveelheid aan “contact”, het continue gebruik van woorden, verschuiven de betekenissen van woorden, en misschien verschuiven ze wel voor ieder persoonlijk. Wat is “do it right / make it perfect and real?”, en wat is de “truth” zoals in ‘You Wanted a Hit?’. Er is contact, maar er is geen connectie. Er worden pogingen gedaan om te communiceren, maar de communicatie loopt uit op frustratie, present company excluded every time.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten