
Dit, eigenlijk, is de schuld van Ernest Hemingway, die Munch overhaalde om mee te gaan jagen. De twee gingen eropuit, maar Hemingway -- de jager dat hij is -- schoot van alles neer, tot beren aan toe, en Munch bleef achter. Uiteindelijk zag Munch iets bewegen, hij mikte, hij schoot, hij raakte – eindelijk, oh glorie!--, maar het was Lipowitz. Munch, echter, wilde niet onderdoen voor Hemingway en deed vervolgens alsof hij dit expres had gedaan, om zo zijn masculiniteit te tonen. Hemingway, niet iemand die snel schrikt, was zo onder de indruk van de mannelijke daad van Munch dat hij hem een Budweiser biertje aanbood. Munch was trots, maar weigerde omdat de laatste keer dat hij een biertje op had hij een amateuristische opvoering van het Zwanenmeer begon uit te beelden.
O’Brien stak ook nog een hart onder de riem van vinyl en het traditionele albumformaat, zeggende dat hij bijna het album van Speech DeBelle had gedownload, maar nee nee, hij liep toch naar de record store voor een fysieke kopie. Och die O’Brien toch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten