donderdag 30 april 2009

Golden Silvers te licht en brengt te weinig

Album Recensie- True Romance van Golden Silvers

Het trio van Golden Silvers kreeg vorig jaar de hype mee nadat ze de Glastonbury New Bands wedstrijd wonnen, en een fanclub kregen binnen Radio 1 van de BBC. De single ‘Arrows of Eros’ kreeg ook veel bijval, en op 27 april kwam het debuutalbum van de heren uit, True Romance. De band komt uit het creatieve stadje van Londen (waar altijd wel iemand vandaan komt, in welk genre dan ook), en bestaat uit Gwilym Gold (hoewel dat niet erg Londens klinkt dan wel Wales, of andere fantasierijke plaatsen), Ben Moorhouse, en drummer Alexis Nunez. Het album is een mix van ballad-achtige nummers en groots aangepakte popmomenten.

Laten we beginnen bij het positieve punt, en dat is dat wat betreft een groots popmoment de title track er mag wezen. Het synth-pop achtige ‘True Romance’ is een heerlijk catchy pop nummer waar zeker op te dansen valt, en echt iets is voor de zomer. En het zorgt zelfs dat het slechte gevoel overgehouden van het openingsnummer als sneeuw voor de zon verdwijnt. Dat beginnummer begint niet eens zo slecht met die drums en dat welhaast wat donkere sfeertje. Daar blijft echter weinig van over zodra het nummer echt op gang komt, en zeker als het achtergrondkoortje zich ermee gaat bemoeien na ongeveer anderhalve minuut, wat een te groot hoera!-moment vormt.

Dan is na ‘True Romance’ natuurlijk de vraag welke kant het opgaat. Houdt de band het niveau van het poppy en catchy ‘True Romance’ of is het daar toch niet toe in staat? ‘Magic Touch’ geeft het negatieve antwoord met een te blije, haast Hawaï like instrumentatie met handgeklap en alles bijbehorend, en weer dat achtergrondkoortje (dat natuurlijk gewoon de overige twee bandleden is, maar dat maakt het niet veel minder irritant. Hoogstens een beetje). Het nummer gaat over het uitgaan van een relatie, en komt met de vrij inkrimpingwaardige zin “All the pennies and pounds won’t buy it back / When my love comes ‘round she’s always dressed in black”, die de band vervolgens met nog wat extra instrumentatie herhaalt als ware ze de koning van Frankrijk binnenhalen.

Alsof ze het zelf aanvoelen sijpelt ook de joie de vivre weg uit de nummers zelf. Een reeks aan moody ballads moet het album credibility geven, maar Gwilym heeft noch de stem ervoor, noch is de instrumentatie interessant genoeg. Soms lukt het de instrumentatie om nog enigszins een wat sombere sfeer neer te zetten, maar je kan horen aan Gold dat dit niet zijn sterke kant is qua zingen. Als we het net over de koning van Frankrijk hebben, die wordt nog daadwerkelijk binnengehaald ook in het ouderwets aandoende nummer ‘Here Comes The King’, over een pretty boy die denkt dat hij alles is en kan maken. Cliché’s a plenty worden aangehaald (“vultures”, bellen die niet meer rinkelen, etc.) en of dat nog niet genoeg is zingt Gold “But still I wish I could just change my ways / I wish I could change my face,” waar die laatste zin er meer in lijkt te staan om te rijmen met de voorgaande. De teksten dragen de nummers niet, instrumentaal en qua zang is het weinig bijzonder, en daardoor hebben ze toch de neiging vrij saai te zijn. De funk van ‘Arrows of Eros’ klinkt als iets wat al ouderwets was toen Prince net kwam kijken, en ook hier zijn de geluiden te blij en de achtergrondzang te irritatieopwekkend.


Niet alleen haalt Golden Silvers de onbevangenheid en de dansbaarheid van ‘True Romance’ niet meer op de rest van het album, het album zakt naar zodanige dieptes dat ik louter het bovenstaande nummer kan aanraden en vooral de rest van het album niet. Sommige nummers zijn te saai, andere te blij, en eigenlijk is de band te licht en te weinig interessant om de concurrentie aan te gaan met andere bands uit dezelfde stad, laat staan dat het album wereldwijd zich staande houdt. Niet erg briljant.

Geen opmerkingen: