donderdag 24 september 2009

Mew volgt 2005 album op met waardig vijfde LP

Album recensie - No More Stories van Mew

Dankzij het in 2005 uitgekomen And The Glass Handed Kites wist Mew een grote schare fans aan zich te binden. En als je de juiste persoon tegenkomt dan wil het nog wel eens opkomen als één van de favoriete albums van het afgelopen decennium. Het duurde drie jaar voordat Mew dit jaar met de opvolger kwam, en het nieuwgeboren kindje kreeg een heel gedicht als naam. Aan pretentieusheid geen gebrek bij de Deense band die het label van prog rockers draagt. Dit album, dat in ieder geval hier gewoon als No More Stories door het leven gaat, kent naast een gedicht als titel ook twee intermezzo’s en een reprise. Het is ook als een soort van toneelstuk opgebouwd, met in het begin titels met “New” en “Introducing” erin, het middenstuk kent filmische titels als ‘Silas the Magic Car’, ‘Cartoons and Macrame Wounds’, ‘A Dream’, en ‘Hawaii’, en pal voor de reprise het einde met als titel ‘Sometimes Life Isn’t Easy’. De heren denken met Beckett te moeten concurreren.

Niet helemaal natuurlijk, want behalve de titels is het idee verder niet terug te vinden in de teksten, en van een conceptalbum lijkt op het eerste gezicht dan ook geen sprake. Maar het toont wel de ambitie van de heren, en dat is ook terug te horen. Want de sound, hoewel ten allen tijde Mew, is ambitieus. Niet zozeer omdat het allemaal zo groots is opgezet – verwacht geen U2 achtige stadion rock of iets dergelijks – maar het ligt voornamelijk in de diversiteit tussen de nummers. Van het tegendraads drummen op ‘Introducing Palace Players’ tot het dromerige ‘Silas the Magic Car’, van het meer recht-toe-recht-aan van ‘Repeaterbeater’ tot het meer experimentele van de twee intermezzo’s, of van het triestige van ‘Tricks’ tot het euforisch klinkende ‘Sometimes Life Isn’t Easy’: de drie heren gooien het hele pallet op het canvas.

Dat gebeurt niet op één of andere Jackson Pollack-achtige wijze waar ze het gewoon erop smijten. Elk nummer klinkt geconcentreerd en gestructureerd. De opbouw van de nummers is overal zorgvuldig in elkaar gezet en het herhaalt zich zelden. ‘Repeaterbeater’ begint bijvoorbeeld gewoon full throttle met een drumbeat en komt vervolgens tot rust in de refreinen. Het zeven minuten durende ‘Cartoons and Macrame Wounds’ geniet daarentegen weer een hele andere structuur. Het begint dromerig met eigenlijk een beetje het refrein, waarin herhaaldelijk wordt gezongen “You drew me cartoons, so playful”. Daarna bouwt het langzaam op met achtergrondzang en wordt het iets drukker, en dan verandert het in louter een rustig pianodeuntje waarover rustig gezongen wordt: “Put your hand in mine / we will go skating / on the thinnest ice we can find.” Na de zin “Is this what happens to us now” wordt het even stil, waarna met wat meer bombast het nummer verder gaat, uiteindelijk weer uitkomend op de dubbelzang van eerder. Ook op minder lange nummers is een opbouw terug te vinden, niet zo groots als deze, maar de band werkt vanuit de structuur, en doet dit met verve.

Tekstueel gezien legt het wat minder variatie aan de dag, want het meeste gaat over relatie perikelen. Nu is dit natuurlijk ook een uitgebreid onderwerp en kan je er veel dingen mee, maar thematisch blijft het achter bij de ambitie van de muzikale opbouw of zelfs de titels. Dit wil echter niet zeggen dat de teksten basic zijn, want de heren zijn verrassend aardige tekstschrijvers. Ze zijn sterk in een bepaald image oproepen, zowel met sound als tekst, en af en toe kom je een paar leuke zinnen of ideeën tegen. “Did I need to know / a wound in macramé / through all this we decipher / and what’s worse we’re none the wiser,” zingen ze in ‘Cartoons and Macramé Wounds’, maar een paar andere zinnen zijn: “Two words a day, it seems a waste”, “Just when I thought I’d be / done with all the memories /she’s calling me”, “And if nothing works / we’ll do nothing / I hope we’re on time”. Ze drukken ons niet met onze snoet op het verhaal, maar schilderen een bepaalde image dat wij zelf kunnen invullen, al dan niet met details. Als je jezelf dan toch beperkt tot more or less één thema, dan is dit wel de manier om dat in te vullen.

Een sterk duo is ‘Hawaii’ en ‘Vaccine’, twee nummers die sterk in het hoofd blijven hangen en catchy zijn. Het opbouwen naar het refrein en daar een tandje bijzetten werkt wonderwel. Het laatste nummer shifts per stuk naar een andere instrumentale begeleiding, en deze verschillende stukken passen wonderwel bij elkaar waardoor het nummer fijn doorstroomt en telkens aan momentum lijkt te winnen naarmate het nummer vordert, daarmee verwordend tot één van de hoogtepunten van het album. Live zie ik ook ‘Sometimes Life Isn’t Easy’ goed uit de verf komen. Hoewel in tekst niet het meest positieve nummer (“Hold my arms back when they beat me”) heeft het toch een soort van existentialistische euforie. Wat er ook gebeurt we blijven toch doorgaan, dat lijkt de sound te zeggen in contrast met de tekst, wat zich toelegt op bedrog en het onzeker voelen nadat dit je overkomen is.


Met dit vijfde album bewijst Mew wederom hoe sterk de band is. Alles past goed bij elkaar, en instrumentaal staat het als een huis. Qua structuur, qua spel, en op momenten ook qua productie. Na vijf jaar stilte komt de Deense band met dit album, en wat mij betreft is het een geslaagde onderneming. Het laat zien hoe capabel de band is in het maken en vormen van nummers, en in het oproepen van bepaalde sfeerbeelden. Soms doet een rustperiode blijkbaar goed, want het album behoort tot één van de betere releases van dit jaar.

Geen opmerkingen: