woensdag 24 maart 2010

Chew Lips overstijgt "aardig" niet

Album review - Unicorn by Chew Lips
Hoewel ze eigenlijk niets met elkaar te maken hebben, heeft de band Chew Lips bij mij persoonlijk ongeveer dezelfde uitgangspositie als The XX. De eerste singles vond ik zeer aangenaam, maar toen ik ze live zag vond ik ze vermakelijk maar vrij “licht”. Nu waren het zeker toen beginnende bands (en nog zonder album), dus dat je dan “licht” kan klinken is normaal. De volgende stap is dan of je op de één of andere manier dat van je af kan schudden en een sterk debuut kan neerzetten. In mijn optiek lukte The XX dat, want toen ik dat album hoorde was ik zeer positief verbaasd over hoe professioneel en sterk het klonk, iets wat ik niet had verwacht nadat ik ze live had gezien. De vraag die nu voor deze recensie van belang is, is natuurlijk of Chew Lips eenzelfde ontwikkeling heeft doorgemaakt.

Een gevaar waar elke jonge band mee te kampen heeft is dat je wat succes hebt met je eerste nummers, en vervolgens denkt, goh, mensen vinden dat leuk, blijkbaar kunnen we het goed, we maken nu gewoon een reeks van dat soort nummers en noemen het een album. Zeker bij bands die dansbare muziek maken is dat een concern, want als je eenmaal door hebt hoe je mensen aan het dansen kan krijgen is het a) aanlokkelijk om precies diezelfde succesformule door te trekken en b) aanlokkelijk om alle nummers dansbaar te maken. En de eerste tracks van Chew Lips waren zeer catchy met een nu-disco vibe. Denk aan tracks als ‘Toro’, ‘Solo’, en ‘Salt Air’, waarvan alleen de eerste op het album staat. Dat sowieso is al een gewaagde keuze, om niet alle bekende tracks dan ook maar op het album te gooien. In mijn optiek is het ook een goede keuze, want zo komt het album voor iedereen fris over, ook de mensen die al bekend zijn met de muziek.

Chew Lips heeft mijn inziens nog een juiste keuze gemaakt door niet alle tracks dansbaar te maken. Qua tempo in de nummers varieert het album goed. Tracks als ‘Slick’ en ‘Too Much Talking’ zijn bijvoorbeeld wat rustiger, ‘Karen’ is meer een pop mid-tempo nummer dan echt dansvloer materiaal, terwijl er nog steeds dansbare tracks opstaan zoals ‘Toro’ en ‘Seven’. Dit zou in potentie ervoor kunnen zorgen dat het geheel meer een album vibe krijgt dan als je tien dansbare nummers achter elkaar zou zetten met eenzelfde soort vibe omdat je weet van je eerste singles dat het werkt. Het verschil in tempo mag er dan zijn, qua feel is het wel duidelijk dat alle tracks bij elkaar horen. Wat dat betreft zou je kunnen zeggen dat de band wel een eigen sound heeft en dat deze ook in alle nummers is geïncorporeerd.

Deze signature sound is wat mij betreft wel enigszins beperkend, in ieder geval hoe het hier gepresenteerd wordt. Wat de nummers duidelijk Chew Lips maakt is eenzelfde soort instrumentatie en een bepaalde manier van stemgebruik. De zangeres, Tigs, projecteert niet echt wat ze zingt, maar heeft een standaard manier van iets overbrengen, en deze standaard wordt voor de volle honderd procent uitgebuit waardoor de variatie mist. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de instrumentatie. Er gebeurt zelden iets zeer verrassends of iets outside the box. In het kort, het hebben van een eigen sound is wel goed, maar dit moet niet hangen op twee beperkende kenmerken waarvan het ad nauseam gebruik de sound vormt. Een eigen geluid moet in mijn ogen denk ik sowieso gepaard gaan met een bepaalde feel en vibe, omdat je zoiets op verschillende manieren kan overbrengen, waardoor je jezelf een groter speelveld geeft zonder daarbij het album gevoel te verliezen. Als het kenmerk een bepaalde manier van zingen is, en dan ook nog het stemgebruik in het algemeen in plaats van een Celine Dion like uithaal of een Jarvis like sneer, dan om het eigen geluid te creëren ben je geneigd eigenlijk telkens hetzelfde te doen, met op dit album wel verschillende tempo’s, maar verder klinken voor mij de nummers teveel hetzelfde waardoor op een gegeven moment in ieder geval ik het wel gehoord had.

Gelukkig leven we in een shuffle cultuur – blijkbaar, want ik heb ’t zelden op shuffle, but oh well – en sommige nummers van Chew Lips zijn alleraardigst. Zo ben ik nog steeds gecharmeerd van de nu-disco achtige wat snellere nummers als ‘Toro’ en ‘Seven’, die ik heel catchy en fijn om te luisteren vindt. Daarbij is de uitspraak van het woord “filthy” in ‘Toro’ één van de weinige keren dat er qua uitspraak een beetje acteerwerk inzit, en in van mijn favoriete momenten van het album. Maar dit soort kleine variaties worden naar mijn mening te weinig ingezet, of anders komt bij mij de overheersende sound te zeer naar voren en deze kleine variaties net niet. Dit zorgt ervoor dat de houdbaarheid van het album alsmede de zin om het gehele album integraal af te spelen kleiner wordt. Wat niet betekent dat sommige nummers niet heel leuk zijn om te luisteren, of dat de nummers afzonderlijk niet goed in elkaar steken. Maar over het hele album genomen vind ik persoonlijk dat alles teveel met dezelfde kleur verf is gemaakt. Dus het steekt aardig in elkaar, sommige nummers zijn heel catchy, maar het blijft steken op “aardig” en of het album ergens in november nog van stal wordt gehaald vraag ik mij persoonlijk af. Dus misschien is een single of een keer voor weinig geld naar de live show een betere geldbesteding dan de LP. Wat dat betreft heeft Chew Lips dus een stap als The XX niet weten te zetten, hoewel weinigen dat lukt denk ik.

Geen opmerkingen: