donderdag 25 maart 2010

Owen Pallett rekent met zijn viool af met traditionalisme

Live recensie van Owen Pallett in De Duif (mar, 2010)
Voor de album recensie van Heartland, check here

Ik weet niet of iemand de argumentatie heeft geopperd dat Owen Pallett en Cibelle samen in een kerk spelen vanwege de akoestiek, maar om eerlijk te zijn zou ik moeite hebben om die argumentatie te geloven. Een aantal andere redenen liggen namelijk misschien wel nog meer voor de hand. Ten eerste heb je het auteur-God complex in het werk van Owen Pallett, en ten tweede zijn deze twee artiesten samengekomen om te spelen met de normen en het conformatieve wat de kerk traditioneel uitstraalt. Waar de kerk graag een blueprint neerlegt voor hoe je jezelf in het leven moet gedragen spelen deze twee artiesten met deze opgelegde regelgeving van de traditionele kerk. Toegeven, het is misschien minder imponerend in De Duif want daar preekte bijvoorbeeld Jos Brink, dus het seksuele aspect is niet heel baanbrekend in deze setting, maar het geeft desalniettemin weer waar de artiesten voor staan, namelijk het uitdragen van individualisme en eigenheid.

Cibelle komt on stage en mij heeft ze in ieder geval al gefopt, want met de campheid waarmee ze met haar waaier speelt, de over the top verleidende blikken die ze laat zien, en haar keuze van kleding en aankleding: ik zou zweren dat ze een nachtclubzangeres in drag was. Dat is ze niet, want ze is een in Engeland wonende Braziliaanse, maar dan heeft ze waarschijnlijk wel een pagina uit het boekje genomen van haar landgenoot Hector Babenco, die de film Kiss of the Spider Woman regisseerde, een boek/toneelstuk/film die zich concentreert (ogenschijnlijk) op escapisme d.m.v. ouderwetse romantiek en Weltschmerz a la de gloriejaren van Hollywood in de jaren 20/30 tegen een background van een revolutie. Cibelle gaat zover uiteraard niet, maar ook zij lijkt zicht te concentreren op ouderwetse Romantiek, waar de harten en de verlangens alleen kunnen worden gekanaliseerd via gewelddadige oplossingen. Liefde en de uiteindelijke tragiek daarvan met als image het pistool en geweld. Dit brengt ze door middel van een gitaar en een synth, waar ze af en toe wat distortion uithaalt, maar voornamelijk zijn het een soort van nachtclub ballads over love and loss.

De muziek doet mij denken aan een scene in Annie Hall, waar Diane Keaton prachtig over liefde zingt in een club/restaurant waar niemand op haar let, waar niemand aandacht aan haar besteedt, behalve de voyeur, oftewel, het publiek. Alsof alleen jij de schoonheid ziet van dit door liefde verlaten wezen. Maar in het geval van Cibelle is dit dan wel gemixt met een vleugje Almodovar, want waar Diane Keaton er als een onzeker muisje bijstaat doet de mimiek van Cibelle het meest denken aan iemand die zo uit een Almodovar film is gestapt, met een vleugje camp, met wat van dat Zuid-Europees/Zuid-Amerikaans temperament. Alleen de mixture van ambiguïteit, de keuze van kleding en aankleding en de gespeelde camp is al niet erg kerkelijk te noemen. En als ze dan ook nog ‘It’s Not Easy Being Green’ van Kermit zingt dan heeft ze mij ingepakt.

Dan komt Owen Pallet op in de meest lelijke bloes sinds de historie van de mensheid. Maar ook dat past bij het individualisme en het jezelf zijn wat deze avond dus tegen het kerkelijk gedachtegoed in uitdraagt. Pallett is een meester van de viool loops. Hij speelt wat, loopt het, speelt nog wat, loopt ook dat, en vervolgens heb je drie compleet verschillende lagen vioolspel die samen een pracht van een nummer vormen. Hij heeft echt een knack voor het weten wat bij elkaar past qua vioollijnen en maakt zo complexe en mooie nummers. Voeg daarbij toe zijn stem, die verrassend fenomenaal is, en dan heb je een sterke één mans band. Zo sterk zelfs dat Thomas Gill dacht, ah, ik wacht nog een nummer. Ten minste, Owen Pallett introduceert hem en voegt daarbij toe dat hij op het vorige nummer eigenlijk al mee had moeten spelen. “You were talking to Cibelle, right? She can be very entertaining”, voegt Pallett toe.

Er is een vooroordeel aangaande violisten, namelijk dat ze een beetje uptight zijn en heel strikt en een tantrum gooien als er iets niet volgens plan gaat. Niet Owen Pallett. Hij en Thomas lachen zich door de show met een plethora aan stage banter. Gill neemt de percussie en de gitaar voor zijn rekening en wordt voornamelijk ingezet bij nummers van het album Heartland. Ook Gill voegt zich in het, wees jezelf, dare to be different idee. Niet louter met zijn nonchalante kapsel, skinny jeans, en oversized bloes, maar vooral door compleet op te gaan in de muziek. Dit zorgt in ieder geval voor iets extra’s om naar te kijken, want de goede man is altijd in beweging.

We komen nog even terug op de niet kerkelijkheid van het optreden. Nietzsche zei, God is dood. Barthes zei, de auteur God is dood. Het eerste spreekt voor zich, het tweede wil zeggen dat een tekst meerdere betekenissen kan hebben en niet alleen de boodschap van de auteur, waarbij de auteur een soort van God zou zijn die één betekenis aan de tekst geeft en dat is DE betekenis. In modernistische kritieken en modernistische literatuur wordt hiermee veelal gespeeld, en ook in de teksten van Pallett. Pallett presenteert zichzelf als een traditionele auteur-God, maar ondertussen heeft hij moeite de door hem gecreëerde personages in toom te houden, en die hebben een eigen wil, een eigen mening, en doen wat hen goeddunkt. Zoals, op het album Heartland, Owen Pallett vermoorden, hoewel het nummer waarin dat gebeurt helaas niet wordt gespeeld. Sowieso is er een ruime mix van oude en nieuwe nummers, dus niet alles van Heartland komt voorbij. Uiteraard wel de meest recente single 'Lewis Takes Off His Shirt'.

Maar ook in eerder werk is deze trend te zien, kijk bijvoorbeeld naar ‘He Poos Clouds’, waarin Pallett weer zichzelf opwerpt als maker (als God) door bijvoorbeeld te zeggen “I move him with my thumbs” en “He needs my guidance”, en hij eindigt het nummer met de zinnen: “You may have been made for love… but I’m just made”, gezegd door het personage. Dus het personage in het nummer is er niet zeker van dat hij aan het door Pallett voor ogen gestelde doel kan voldoen, namelijk Pallett liefhebben. Ook ziet hij zijn eigen tekortkomingen in, want hij is louter gemaakt. Fictie en realiteit stromen vrijelijk in elkaar over. Ik zou hier nog over existentialisme, determinisme, en absurdisme kunnen beginnen, want Pallett’s muziek heeft van al die stromingen wat weg. Maar één ding dat ik nog wel wil noemen is iets wat ze gemeen hebben, namelijk dat in ieder geval bepaalde facties van die filosofische gedachtegangen en de bijbehorende literatuurwerken het bestaan van God als zeer twijfelachtig wordt beschouwd. Had ik al gezegd dat we in een kerk waren? En oh ja, sommige nummers zijn ook interpreteerbaar als homo erotisch.

Tijdens één van de laatste nummers wordt het licht rood, en lijkt het alsof de twee heren het einde naderen met het iconische hellevuur als indicatie hiervoor. En het is het einde van een zeer sterke set die muzikaal goed in elkaar steekt. Pallett heeft echt een talent voor het bij elkaar puzzelen van verschillende loops en sounds die samen werken, en het enige wat jammer is, is dat hij zijn stem niet wat meer gebruikt, want de uithalen zijn impressive. Op Heartland ging hij de literaire en concept route, maar ik zie hem in de toekomst ook nog meer experimenteren met de loops, de echo’s, de whatever; dingen die hij eigenlijk op Heartland wat links liet liggen vergeleken met zijn ouder materiaal ten faveure van een meer gekanaliseerd geluid om zo het concept album goed door te laten vloeien. Hoe het ook zij, met het voorprogramma en Thomas Gill erbij is Pallett erin geslaagd goed in elkaar stekende, mooie, maar vooral ook amuserende muziek te brengen met onderwijl nog een boodschap ook. Soms kan ook het kiezen van de locatie an sich al meewerken aan hetgeen je wilt uitdragen.

Geen opmerkingen: