woensdag 24 juni 2009

Als het dansbaar is, staat het op het album van The Juan MacLean

Album recensie - The Future Will Come van The Juan MacLean

John MacLean is al een tijdje één van de paradepaardjes van het DFA label van Goldsworthy en LCD Soundsystem zanger James Murphy. Niet alleen vanwege zijn vele remixes en vanwege zijn DJ skills die hij vaak na New Yorkse optredens van andere DFA bands laat zien, maar toch zeker ook de nummers. ‘Give Me Every Little Thing’ van het eerste album heeft iedereen wel eens voorbij horen komen, of je dit nu weet of niet. Nu heeft John MacLean aan zijn band, The Juan MacLean, de vocalen van Nancy Whang toegevoegd, één van de bandleden van LCD Soundsystem. Op drums dit album, genaamd The Future Will Come, is ook nog eens de drummer van Holy Ghost!, een andere band uit de DFA stal, toegevoegd. The Juan MacLean is een soort van vluchthaven geworden voor alles wat DFA is (en niet dat die bands het nodig hadden, want alles op het DFA label lijkt goud te raken, een soort van Midas touch, misschien dat Nancy Whang daarom zo smal is).

The Juan MacLean is vooral een dansbare band die smooth electropop/house maakt. Verwacht dus niet LCD Soundsystem’s meer dance-punk approach, of erg experimentele zaken. Het is op zoek naar hetgeen wat catchy is en wat iedereen de dansvloer opkrijgt, en dit zo geraffineerd mogelijk uit de speakers te laten komen. De meeste van de nummers hebben ook de pop duur van in de drie of vier minuten, en maar drie nummers komen boven de acht minuten uit. Live wordt dit vaak verlengd, maar de band is op plaat dus van mening dat je de concentratieboog van de luisteraar niet al te zeer moet testen. Dit doen ze niet alleen met de duur van de nummers, maar ook met de sound, wat zo smooth is en wat zo soepel in elkaar overloopt dat het zeer luisterbaar en weinig aanstootgevend is.

Je zou dit kunnen optekenen als een gebrek aan experimentatie en creativiteit, ware het niet dat de band zodanig een expert is in de juiste tune te zoeken dat het nooit eentonig wordt en de nummers niet generieke nonsens zijn die iedereen kan maken. Sterker nog, de danssensibiliteit die doorschemert op dit album is een gave die niet iedereen gegeven is. Of het nu door de drummende beat is, een catchy synth lijntje, of één van de plethora aan andere rare instrument (ik weet niet wat dat ding was tijdens het live concert, maar het was geniaal! Ik kan het wel omschrijven, maar dan klinkt het meer als een Escher schets dan dat het daadwerkelijk een muziekinstrument beschrijft), alles lijkt dansbaar en alles smelt zeer organisch samen. Dat het DFA label al lange tijd de smaakmakers van de dansmuziek aan zich wist te binden was al langer bekend, een samenwerking tussen verscheidene bandleden van dat label zorgt in dit geval dan ook voor absolute dance mania.

Voor elke DJ is ook wel wat wils op deze plaat. Of het nu de call-and-response synth pop is zoals op ‘One Day’, een samenzang variant van synth pop op het aanstekelijke refrein van ‘A New Bot’, of de meer brainy en drums gedreven ‘The Future Will Come’: het is allemaal inzetbaar in een set. Om nog maar te zwijgen over de langere nummers, zoals openingsnummer ‘The Simple Life’ of het tien minuten durende ‘Tonight’. Naast instrumentele kunde worden er verrassend genoeg ook de nodige teksten van niveau in verwerkt. Waar veel dance acts zich ervan afmaken met makkelijk herhaalbare zinnen krijgen we in bijvoorbeeld ‘The Future Will Come’ zinnen te horen als “Your suicide note was part of your thesis”, of “Your friends are busy making big decisions, avoiding common people with great precision.” Niet alleen de zinnen, sowieso de individuele woorden zal je niet vaak in dit genre zien.

The Juan MacLean mixt zo dans van hoog niveau met enige intellectualiteit. Je zou zelfs kunnen zeggen dat er een thema van doodgegroeide relaties waar de snit uit is en een hunkering naar een idealer leven met meer vuur doorheen loopt. De terugkerende mechanische levensvormen geven al aan dat dit onmogelijk is omdat de mens nu eenmaal geen robot is, maar juist conflicterende emoties kent. Het dansgedeelte klinkt, in deze kundige handen, ook zo moeiteloos dat dit soort dingen ook gemakkelijk geïmplanteerd kunnen worden.

Door die achteloosheid waarmee The Juan MacLean de deuntjes en lijntjes en refreintjes uit zijn mouw schudt valt misschien wel nog meer op dat, als ze de ballad proberen zoals LCD Soundsystem ook altijd één keer per album doet, het enigszins geforceerd overkomt. Het haalt de snelheid uit het album, maar misschien nog belangrijker is dat het gelijk van alle interessantheid berooft wordt. ‘Human Disaster’, dat eigenlijk dient als slotnummer, mist niet alleen dansbaarheid, het mist ook complexiteit en emotie, waardoor het luisteren ervan niet aangemoedigd wordt. Eigenlijk is het dus het einde van het reguliere album, maar de vorig jaar uitgekomen single ‘Happy House’ is de officiële afsluiter, en met recht. Dit nummer moest er gewoon opkomen, want het is misschien één van de meest catchy nummers die in de laatste vijf jaar is uitgekomen. De albumversie duurt dertien minuten en stilstaan is simpelweg geen optie, en de band zal waarschijnlijk nog jaren aan dit nummer vastzitten, want het is gewoon absoluut kwaliteit.


Zo eindigt het album dus eigenlijk op zijn sterkst na een kleine inzinking ervoor. The Juan MacLean weet precies de ins en outs van wat dansbaar is en makkelijk in het gehoor ligt. Of je nu voor een moderate indie crowd aan het draaien bent of op Rauw of meer gewaagdere electrofeesten; op dit album is voor elk wat wils. Maar niet alleen voor DJs om uit te cherry picken, maar ook als album werkt het uitmuntend. Natuurlijk is ‘Happy House’ meer een bonus track dan dat het echt bij het album hoort, maar de rest vloeit moeiteloos in elkaar over, is heerlijk luisterbaar en dansbaar, en zal zelfs de minst ritmische ziel met zijn hoofd op en neer laten bewegen. Van call-and-response synth pop tot meer georkestreerde stukken tot nou juist bona fide dansvloer electro: het ene soepel vloeiende nummer na het andere zal je danszin verhogen.

Geen opmerkingen: