maandag 8 juni 2009

The manic and the depressive part 2: Jarvis in Paradiso

live review - Jarvis live in Paradiso

De manische Jarvis lijkt totaal niet ouder geworden. Okay, de baard geeft het wel weg, en de lange lokken vallen over de ogen van de speciaal voor ons in oranje blouse geklede man, maar zijn dansen en springen en rennen en whatever zijn nog steeds als dat van iemand die niet in de bovenste regionen van de veertig hangt. Tijdens het voorprogramma -- blues gitaar van The Legendary Tiger Man -- zien we op de achtergrond op het scherm het nodige naakt. Sommige dingen zullen nooit veranderen, want als er iets op het programma van Jarvis staat dan is het wel seks, vooral in combinatie met ouder worden. Geen wonder ook dat, wanneer iemand roept voor het nummer ‘Slush’ dat Jarvis wel een erg kleine gitaar heeft, hij snel reageert met “Yeah, it’s a phallus symbol”, waarop vervolgens volgt “I’ve got nothing to prove”. Jarvis is en blijft Jarvis.

Het is een persoonlijke favoriet van mij, daar zal ik geen doekjes om winden, en iedereen die deze site ook maar een beetje heeft gevolgd zal ongetwijfeld wel op de één of andere manier mijn lofzang over de man hebben gehoord. Hij en Morrissey zijn eigenlijk generatiegenoten, want Jarvis is maar vier jaar later geboren. Maar waar Morrissey zijn hoogtepunt in de jaren tachtig al beleefde was Jarvis werkeloos in een band wiens enige succes eigenlijk een vroege John Peel sessie was. In de jaren negentig kwam daar verandering in, en hij en zijn band Pulp werden zo ongeveer de grootste band uit Engeland. Laat Blur en Oasis het maar uitvechten, ondertussen was Pulp bezig met het headlinen van Glastonbury, en het uitbrengen van albums die tot de dag van vandaag worden gezien als enkele van de beste ooit gemaakt. En zo kon de wereld ook kennis maken met Cocker, die rare man met zijn typische maniertjes, zijn droge one-liners, en zijn uitgesproken mening. En zijn naakte achterwerk tijdens een optreden van Michael Jackson op de Brit Awards.

Die Jarvis staat ook op het podium in Paradiso. Hij komt op en deelt druiven uit, en sowieso sta je op de eerste rij goed. Want na druiven komt er bier, en hij is niet beroerd je tijdens een nummer persoonlijk toe te zingen, tussen de nummers een praatje te maken, of even door je haar te woelen. Het bier moet wel gedeeld worden, om de sfeer te verbeteren, daar staat hij wel op. En zo gaat het bier van hand tot hand (behalve de mijne, want ik lust geen bier, en zelfs als Jarvis het aanreikt zal ik dat afgrijselijke goedje niet tot mij nemen, maar toch bedankt), en is de sfeer top. Want tja, Jarvis staat op het podium! De set begint met het voornamelijk instrumentale ‘Pilchard’, om vervolgens rockend over te gaan op ‘Angela’ en ‘Further Complications’. De man heeft er ook zin in, want of je nou links of rechts staat, je krijgt de man goed te zien. Hij rent of springt in een soort van kikkersprongen van de ene naar de andere kant, en uiteraard laat hij ook zijn dance moves en spastische armbewegingen goed zien op zijn schoenen met hakken.

Dan is er altijd het gevaar dat, naarmate een persoon ouder wordt, hij een karikatuur wordt van zichzelf. Dat hij de bewegingen maakt om het publiek te geven wat ze willen. Niet Jarvis though, want Jarvis still cares. Tijdens de nummers schreeuwt hij af en toe buiten de microfoon om tussen zijn zangregels door, zo begaan is hij. Matt Berninger deed het ontroerend tijdens ‘Daughters of the Soho Riots’, en ook hier staat iemand die zingt uit zijn hart, en daar staat omdat het compleet in hem zit. Hij heeft er ook schik in, en hij vraagt geamuseerd zich af waarom in hemelsnaam iemand oordopjes in doet naar een concert, en al filosoferend geeft hij aan dat mensen die plastische chirurgie hebben ondergaan er uitzien alsof ze van een andere planeet komen. En dit gebeurd tussen de nummers door, en tijdens de nummers worden we getrakteerd op iemand die al zijn energie en zijn hart geeft. De nummers variëren van rock tot amuserende anekdotes tot melancholische ballads, waar vooral bij dat laatste je toch hoort hoe Jarvis emoties kan leggen in zijn zang. ‘Hold Still’ en ‘Big Julie’ zijn hier prachtige voorbeelden van, zeker wanneer Jarvis sings pathetically “’Hold still’, I told you but you moved”.

Verder weet Jarvis ook in de nummers de meest hilarische dingen te stoppen, die hij op even amusante wijze weet te brengen. Hij springt regelmatig op en neer, weet er af en toe een karatetrap in te stoppen, maar ook zit hij af en toe op zijn knieën. En als je denkt dat het niet gekker kan speelt hij op een authentieke blokfluit (“I was trying to think of the whitest instrument possible”) of heeft hij een soort tamboerijntrommeltje op zijn hoofd nadat hij het niet aan de microfoon vast kreeg. Onderwijl altijd met die elastische benen en spastische armen. Geen wonder dat de man twee pauzes in moet lassen, en in de eerste encore krijgen we drie nummers, waaronder ‘Fat Children’, het hilarische rock nummer van het eerste album over hoe hij vermoord wordt door dikke kinderen “who wobbled menacingly”. In de laatste encore worden we getrakteerd op ‘Don’t Let Him Waste Your Time’ en ‘You’re In My Eyes (Discosong)’, waarin hij melancholiek roept “I will dance until the dawn, cos I don’t want to lose you again, oh no!”, en ook nog “I want this song to never end, because I know if it does you would disappear again.” Eigenlijk een beetje narcistisch natuurlijk, want aangezien iedereen weet dat dit het laatste nummer is gaat het ook over hem. Want niemand wil dat dit nummer eindigt, want dan zal Jarvis ons verlaten.

En dat doet hij dan ook na dat nummer, maar dan hebben we in ieder geval wel anderhalf uur (Precies! Hoe bizar.) een optreden gezien van één van de meest charismatische zangers van de laatste decennia. Met Morrissey op zaterdag en Jarvis op zondag heeft die generatie even laten zien hoe je nu ook al weer precies moet optreden, want bij elkaar maakten ze vrijwel de hele huidige generatie tot schande. Gelukkig dan ook dat de nummers goed zijn en het niet louter een circusact is, maar kwaliteit en charisma worden door deze twee heren nog steeds verenigd. Morrissey als suave gentleman, Jarvis met zijn hak op de synth slaand (schoppend?): they still got it. Jarvis geeft alles, inclusief alle rantsoenen die de band op de tour heeft verzameld, en hij laat zien waarom nou precies hij een legende is. Want dat is hij, en dat zal hij nog wel even blijven ook.


(voor de recensie van het album 'Further Complications' check hier)

Geen opmerkingen: