vrijdag 7 augustus 2009

Debuut Dan Black af en toe wat zeurderig

Album recensie - Un van Dan Black

De jonge Brit Dan Black liet eerder dit jaar al van zich horen door het releasen van een aantal catchy singles en clips. Hij was dan ook een graag geziene gast op de Engelse festivals zich richtend op jong talent, en zijn nummers hebben al remix versies gekregen van een aantal populaire namen, waaronder bijvoorbeeld Passion Pit. Met dat achter zich komt hij nu met zijn debuutalbum Un. Black is een poppy singer/songwriter, een soort mannelijk antwoord op de vrouwenrage van singer/songwriters met synths, hoewel het electro gedeelte bij Dan Black een stuk minder vertegenwoordigd is dan bij bijvoorbeeld een Little Boots. Kan ook Black deze populaire status bereiken is dan de vraag, en het liefst zonder zijn credibility te verliezen, wat bijvoorbeeld een Little Boots niet lukte volgens ons.

Het album Un heeft een aantal heerlijke pop tracks die zeer catchy zijn met leuke teksten over de indie scene. “We ran out through the corn / and your Smiths t-shirt got torn” bijvoorbeeld, waarin hij een zeer klassieke liefdesscene (het rennen door het maisveld) neemt en dit plaatst in een hedendaagse indie setting via het The Smiths t-shirt. De track ‘Alone’ kent een heerlijke baslijn waarop je fijn kan dansen, en het refrein is leuk en zomers en bij een concert kan je dit zeker meezingen terwijl je een goede tijd hebt. Het gaat over de gedachte van een meisje dat niet uit zijn hoofd wilt (“it won’t leave me alone”). De drums en bas hier zijn de key ingrediënten, en dan is de jongeman op zijn best als hij zijn nummers daarover kan zingen en die combinatie kan maken.

En zo zijn er een paar tracks meer die dit doen. ‘Yours’ is hevig afhankelijk van de drums, waarover Black met enige “contempt” en met wat hulp van achtergrondzangers zijn relaas doet over hoe hij zich lostrekt van een relatie. “You’ve got some nerves,” zingt hij, met de achtergrondzangers die het herhalen “to stand up and say”, wederom herhaalt. Dit werkt wonderwel over de drums heen. In het refrein zingt hij “I wanna be yours no more,” niet bijster origineel, maar het nummer heeft de juiste vibe voor de tekst en je kan er wat dance moves op laten zien. ‘Pump My Pumps’ kent een leuke beat (zoals je verwacht met die titel toch wel), en het is een crossover tussen pop en electro, met ook meer vocale manipulatie dan de andere tracks. Het nummer erna, ‘Wonder’ kent de bovenstaande frase over The Smiths en begint met een melancholische sound en houdt de juiste vibe vast en verandert deze tijdig en is daardoor misschien één van de betere nummers van het album. Je kan er goed op wegdromen terwijl je het meezingt.

Als de nummers de drums/beat/bass echter missen en louter de singer/songwriter onderdelen overblijven dan is dat gedeelte misschien toch te licht. Nu is het zijn eerste poging en heeft hij ongetwijfeld nog tijd zat om hieraan te schaven, maar voor dit album zorgt het ervoor dat teveel nummers onder de maat zijn. Waar de minder originele dingen op de catchy nummers nog worden gered door de vibe en de leukigheid gaat dat vangnet niet meer open bij de rest. Het tweede nummer, ‘U + Me =’ verraadt al bij de titel waar het heen gaat. Het continue gezang van “You plus me is fiiiinnnneee” biedt weinig wat de aandacht vasthoudt. Er lijkt in die nummers ook veel herhaling te komen, en herhaling van zinnen over weer dat jongen-wil-meisje of jongen-verlangt-naar-iets of het-meisje-is-een-bitch verhaal kennen we ondertussen wel. Die ballads moeten echt heel goed worden uitgevoerd willen die nog iets toevoegen en de aandacht erbij houden, en dat blijft hier toch achterwege.

Daarbij is daar het probleem dat Dan Black in principe niet de meest fluwelen stem heeft. Een beetje lijzig misschien wel. Nu is dit geen probleem als het niet op de voorgrond treedt, maar bij de langzamere nummers doet het dat wel, en dan merk je toch de beperkingen van de vocalen. Het is ook een stem die sommige mensen op den duur misschien irritant kunnen gaan vinden. Zeker als hij lang duurt over de twee woorden “It’sssss tooooooorrrmmmmeeeeennnttt’ dan komt er soms enigszins het idee op dat de goede man een beetje aan het zeuren is, ook vanwege de stem. ‘Cocoon’ gaat ook veel te traag dan goed voor het nummer is, wat ditmaal meer aan de trage instrumentatie ligt.

Het slotnummer ‘Let Go’ is het langste nummer op vijf minuten rond (welk popalbum?), maar hier merk je wel kwaliteiten die op de rest van het album maar zeer schaars naar voren komen. Ook dit is een rustiger nummer met een aantal teksten die niet bijster briljant zijn, maar de orkestratie en structuur van het nummer is beter dan op het grootste deel van de rest van het album, en ook hier net als op enkele van de wat snellere nummers klopt de feel, wat helaas zo’n vaag begrip is en iets ongrijpbaars. Het nummer is echter epischer en met meer gevoel dan zeker de rest van de ballads. Dus het album eindigt op een positieve noot, maar ondanks dat er een paar leuke nummers opstaan is het merendeel te matig en te weinig bijzonder. Het geeft niet echt een reden om naar het album als geheel te luisteren, waardoor het album uiteindelijk niet goed genoeg is ondanks de momenten van potentie.

Geen opmerkingen: