zondag 16 augustus 2009

Interview met Edward Eke part 2

Het tweede deel van ons interview met Edward Eke van The Pan I Am. Over wat we kunnen verwachten van de band in de komende tijd, kunst, en Amerika.

IKRS: Na de stilte komt de storm: wat kunnen we van de band verwachten de komende tijd?

EE: Hopelijk kan ik binnenkort in Europa wat concerten spelen en dan volgend jaar hopelijk de USA. Er zullen waarschijnlijk nog wat singles uitkomen en dan als het goed is een album aan het begin van volgend jaar. Dus eigenlijk is het gewoon een zaak van blijven opnemen en het blijven spelen van live shows. Ik ben ook bezig met een film club in Londen en ik ben aan een film/muziek project aan het werken met Jonas Mekas voor volgend jaar.

IKRS: Waar gaat het film/muziek project over?

EE: Dat project is nog top secret op het moment, maar wat ik wel kan zeggen is dat het een compleet nieuw werk van Mekas zal zijn met een interessante kijk op het idee van de live score. Ik denk dat we het eerst in Parijs zullen gaan doen.

IKRS: Was het album niet al vorig jaar klaar?

EE: Ik heb eigenlijk al twee keer bijna een heel album opgenomen – maar het echte TPIA album is nog niet opgenomen. Ik ben een vreselijke schrapper.

IKRS: Je hebt gezegd dat je nu een meer systematische aanpak gebruikt voor het maken van nummers, kan je daar wat meer over zeggen?

EE: Ik begin tegenwoordig met een drum beat, en dan langzaam bouw ik elk onderdeel apart op. Het is een systeem dat misschien een beetje restrictief klinkt, maar het werkt veel beter voor mij persoonlijk – Ik kan scherp en direct naar de kern van het nummer.

IKRS: Je komt over als een belezen man, en in je werk refereer je ook naar literatuur. Wat is het laatste wat je aandacht heeft kunnen grijpen?

EE: Op het moment ben ik een boek aan het lezen over de films van Tarkovsky genaamd ‘Elements in Cinema’ dat, onder andere, gaat over de exploratie van zijn gebruik van water en vuur in zijn films. Ik ben ook net klaar met het lezen van een collectie van Jim Carroll. Ik hou van zijn schrijven omdat het zo lo-fi en tienerachtig is, en haast rap op een soort van tripped out junk manier.

IKRS: Op je site zag ik een link staan naar Francis Bacon, wat is zo goed aan hem?

EE: Ik vind het leuk om naar zijn schilderijen te kijken omdat er iets heel emotioneels en scherps inzit in de manier waarop velen ervan zijn opgebouwd. Van dichtbij zijn er allerlei details in de textuur en, natuurlijk, heb je nog het verhaal achter de man, en het is een fabelachtig leven. Ik heb een aantal biografieën gelezen en ik heb ook een oude vriend van hem ontmoet die me de verhalen gaf first hand. Mensen praten over Bacon als een tortured soul – en ja, misschien was er ook wel een donkere kant aan hem, maar de manier waarop ik het zie is dat hij van zijn leven een constante celebratie maakte. Volgens mij zei hij ooit dat hij optimistisch was over niets – dat vind ik wel leuk.

IKRS: Je hebt een toneelstuk geschreven geheten Camusflage Krokodial, waar ging dat over?

EE: Camusflage Krokodial is maar een kort stuk, een monoloog van één man. Ik denk dat je het onder absurdistisch theater kan scharen – het is een down and out acteur die mentaal instort on stage en die als metafoor dient voor deze planeet en wij als mensen.

IKRS: Ik hou van absurdistisch theater, maar ook absurdistische dingen in het algemeen! Wat is het meest absurde wat je ooit is overkomen of wat je ooit hebt gezien?

EE: Ik hoorde ooit over een gast, en hij was buschauffeur in een klein dorpje in Sussex. Hij reed zijn route vier keer per dag heen en weer voor zo’n dertig jaar, en hij heeft nooit daadwerkelijk een passagier opgepikt.

IKRS: In absurdistisch theater en in Bacon is een thema het existentialisme, wat onder andere betekent dat de wereld meaningless is. Wat vind jij het meest onzinnige ding wat je op deze wereld moet doen?

EE: Ik merk dat ik vaak vastzit in conversaties die de hele tijd in cirkels gaan en die waarschijnlijk nu nog steeds aan de gang zijn ergens. Alsof ze rechtstreeks van de pagina’s van Albee of Beckett komen. Vooral de Abbey National Bank is heel goed in circulaire, absurdistische klantenservice.

IKRS: Sommige van je afgelopen optredens hadden onder andere monologen en poetry voordrachten etc. Het lijkt meer op een artistieke beweging dan een band.

EE: Ja, ik hou wel van het idee dat na verloop van tijd en met de juiste faciliteiten de TPIA shows een stap voorwaarts zullen zijn van een normaal concert. Dat ze theater/performance en muziek met elkaar mixen. Ik hoop dat op de volgende tour ik zoiets in elkaar kan zetten.

IKRS: In 2008 was je in de US. Waar ben je geweest, en wat vond je van Amerika?

EE: We zijn eigenlijk alleen in Texas geweest voor het SXSW festival. Het was fantastisch. Ik heb begrepen dat elke staat compleet anders is, dus ik kan niet wachten totdat ik een keer coast-to-coast kan gaan.

IKRS: Op zo’n coast-to-coast tour, wat is het meest nerdy, toeristische ding dat je toch stiekem wel heel graag zou willen doen?

EE: Dat zijn er echt teveel. Acid in de woestijn, helemaal naar New Mexico gaan, naar de Pacific Northwest voor wat Twin Peaks; al die dingen die allang zijn gedaan. Ik denk niet dat je nog “off the map” kan gaan in Amerika.

IKRS: Wat is het meest genante dingetje wat je altijd meeneemt voor onderweg?

EE: Waarschijnlijk een soort van Carlos Castaneda boek over de woestijn – of een miniatuur cactus.

Nogmaals dank aan de heren van EVB, Edward Eke, het management van The Pan I Am, en Fabien Kruszelnicki voor de geweldige foto's!

Geen opmerkingen: