Album recensie - Julian Plenti is... Skyscraper van Julian Plenti (aka Paul Banks)
Voordat Interpol werd gevormd tourde ene Julian Plenti door den lande, wat zoals iedereen ondertussen al weet (en anders, Interpol, Sherlock) een alias is voor zanger Paul Banks. Banks heeft zo ongeveer het laatste decennia zijn creativiteit geuit via de band Interpol, die omhoog schoot onder andere door het sterke debuut Turn On The Bright Lights en sindsdien nog kwam met twee andere albums. Maar toen hij de andere leden in de band hun creativiteit elders zag richten (o.a. Sam Fogarino met Magnetic Morning en Carlos D met zijn film) vond de zanger het tijd dat ook hij zich maar weer eens bezig ging houden met iets anders dan Interpol, en hij pakte zijn voormalig artiestennaam op en begon met het opnemen van een soloplaat, die de naam kreeg Julian Plenti is… Skyscraper.
Om te beginnen, het is geen Interpol album. Er zijn een aantal dingen die we Interpol nog niet hebben zien doen, en waarvan het maar de vraag is of de post-punk band dit ooit zal gaan doen. Zo zijn er wat experimentele elementen op dit album, kijk alleen al naar de flow van ‘Fun That We Have’ en de wisselingen instrumentaal van het refrein naar de verzen. ‘Madrid Song’ begint met louter piano waar Banks overheen zingt, om vervolgens met een pakje violen te komen voor het nodige snaarwerk. Dit wordt gecombineerd met wat spoken word op de achtergrond, waarvan nauwelijks te ontrafelen is wat precies gezegd wordt, maar wat misschien ook wel secundair is aan de sfeer die het oplevert. Ook het nummer erna, ‘No Chance of Survival’, maakt veel gebruik van piano, met daarbij het nodige snaarwerk wat in ieder geval niet uit de bas van Carlos D of de gitaar van Daniel Kessler komt.
Niet alleen violen en piano worden gebruikt, maar ook blazers zijn te horen op nummers. Bijvoorbeeld op ‘Unwind’, waar de blazers present zijn totdat Banks begint te zingen, om vervolgens de twee te mixen met nog meer instrumentale krachtpatserij. Op ‘On The Esplenade’ wordt de akoestische gitaar even uit de zolder gepakt, terwijl je op gezette momenten op de achtergrond iemand hoort praten. ‘Fly As You Might’ heeft wel gitaar, maar niet een gitaarsound waar Kessler heel blij mee zou zijn als hij dat zou produceren. Meer een soort van indie rock vibe dan de strakheid die we kennen van Interpol. Dus er wordt van alles uit de kast gehaald voor dit solo debuut van Paul Banks dat niets met Interpol te maken heeft.
En waarom klinkt het dan toch als Interpol vraagt u zich misschien af? Ja, dat is een goede vraag, en het ligt waarschijnlijk gewoon in de uniekheid van de stem van Paul Banks, die je overal uitpikt, zelfs uit een Armani (or whatever it was) reclame met Josh Hartnett. De stem is zo diep, zo zichzelf, wat Interpol ten goede komt, eventuele dingen buiten Interpol waarschijnlijk niet. Daarbij is de stemming, de vibe van het album, melancholisch, een beetje duister. En waarschijnlijk past de stem ook nergens anders bij. En dan kan je met koebellen werken, als de sfeer hetzelfde blijft is er toch altijd een stemmetje dat zegt dat Interpol dit ook zou kunnen maken. En misschien is dat wel helemaal niet het geval (wie zou de viool spelen? De blazers?), maar het wordt hierdoor moeilijk los te koppelen.
De teksten werken hier ook niet aan mee. De teksten van Banks zijn wederom zeer eigen, wat goed is wederom, maar niet als je iets anders wilt creĆ«ren waarvan je wilt dat het los wordt gezien aan Interpol. Jackson Pollock kan wel opeens met snippers en lijm gaan werken in plaats van met verf, als het resultaat nog steeds is dat hij van bovenaf op gevoel lukraak de snippers eroverheen gooit zonder voorbedachte structuur dan zal geen enkele kunstcritici in het ooitje worden genomen. Niet dat de teksten niet goed zijn, zinnen als “I see your face and let you own me / I see your face and let you unwind” zijn mooi en met een bepaalde ideologie, helaas eentje niet ver verwijderd van bijvoorbeeld het idee van een zin als “She swears that I’m just prey to the female / well then hook me up and throw me, baby cakes, ‘cause I like to get hooked” uit ‘Leif Erikson’. Of de opening van ‘Games for Days’: “In your eyes / I am magnified / I peep your sides / I do fantasize / I make your mind / and pretend that you’ve lied.” Maar als iemand had gezegd dat deze tekst van een obscure b-side van Interpol kwam had ik die persoon ook meteen geloofd.
Daar ligt dan ook het probleem met dit album. Het zit niet slecht in elkaar met de verschillende arrangementen en de aardige extra’s die in de nummers worden gezet voor extra sfeer zoals de spoken word op de achtergrond en dergelijke. Echter Banks heeft, mede juist door de uniekheid van zijn kwaliteiten, moeite om los te komen van de sound en het gevoel van Interpol. Sommige nummers zijn fijn, vooral rustigere tracks als ‘Girl on the Sporting News’ en ‘On The Esplanade’, en het album is ook wel leuk om op te zetten een paar keer. Echter biedt het toch te weinig nieuws, te weinig andere kanten van Paul Banks, waardoor het uiteindelijk klinkt als een solo project van een zanger uit een band die het liefst een album met die band had opgenomen om zich te revancheren voor Our Love To Admire. Aardig voor tussendoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten