album recensie - Once van Kid Harpoon
Voor een tijdje leek het erop alsof Kid Harpoon in een lange winterslaap was gevallen. Na twee redelijk ontvangen EPs, support slots voor bands als de Mystery Jets en The Kooks en ongetwijfeld nog een aantal meer, leek het alsof Tom Hull (want dat is zijn naam) even opgekruld een dutje ging doen ergens. De realiteit is waarschijnlijk meer in de richting van dat hij moeite had zijn nummers op een hem tevreden makende wijze op te nemen, en dit zorgde voor de nodige vertraging van de opkomst van deze in Londen wonende singer/songwriter. De single ‘Stealing Cars’ eerder dit jaar kondigde echter zijn terugkeer aan, en nu komt binnenkort ook zijn debuutalbum richting het publiek.
Misschien is zijn bekendste track nog wel ‘Riverside’, komend van de Second EP en met een clip waar we Florence (she of The Machines) in kunnen bewonderen. Het is ook een nummer met een twist en een bite. Dus enigszins verrassend is misschien de sound van ‘Stealing Cars’ of, als derde in de line-up, de nieuwe single ‘Back From Beyond’, welken een soort euforie resoneren. “Put you hands up if you feel you’re in love,” zingt hij op ‘Stealing Cars’. Dat is positief. “Did you see the way that I was when I was down?”, zingt hij op het derde nummer. Nou ja, egoistisch gezien, de muziek klonk allemaal vrij goed toen je down was, Tom. ‘Riverside’ met al zijn ruwheid, niet slecht eigenlijk.
Maar nu hij vrolijk is (of in ieder geval zo klinkt), is het allemaal ook goed. ‘Stealing Cars’ en ‘Back From Beyond’ zijn catchy, sing-along, proper tunes om op te dansen met een arm in de lucht terwijl je het refrein meezingt. En om eerlijk te zijn, ‘Back From Beyond’ is niet eens te blij. “Everybody has its time in the firing line / and this time it’s mine to take a couple of rounds / it’s okay to feel down,” zingt hij, waarschijnlijk gedumpt en nu op zoek naar iemand die hem weer op kan pakken. ‘Flowers By The Shore’ klinkt ook catchy zonder dat de teksten te positief zijn, hoewel “it’s okay to feel down” nog best een positieve boodschap is, maar niet te knuffelig of cutesy.
Tussen de twee singles staat ‘Colours’, één van de tracks die de specifieke kwaliteiten van Kid Harpoon naar voren brengt. Een beetje donker, een snufje twisted, en Tom Hull met zijn grommende stem en precies de juiste intonatie, wat in mijn ogen vaak underrated is. De manier waarop hij zingt “Blue is the colour of the planet we live upon / even though me, I always thought it was green,” is een schoolvoorbeeld van hoe intonatie iets aan een nummer toe kan voegen. Het nummer laat ook zijn schrijfkwaliteiten zien. Hij wisselt interessante gedachtes af met tussendoortjes als “It’s the colour of stick it up items / that you can purchase from most major stores.”
Het midden van het album laat het een beetje liggen helaas. ‘Buried Alive’ en ‘Burnt Down The House’ zijn niet per se slecht, maar hierin lijkt hij zich te begrenzen door singer/songwriter conventions. Rustig gepluk aan de gitaar terwijl de troubadour du jour zingt: “I thought I was dead / buried alive”. In ‘Burnt Down House’ zijn vuur en het afbranden van het huis de metaforen voor een relatie die slecht is afgelopen nadat het al een tijde aan het afbrokkelen was (“It’s a weight of my shoulders and in a moment I’ll be all right”). Het is een metafoor die niet bijster origineel is in een nummer niet bijster interessant, zeker niet vergeleken met de andere nummers op dit album.
Want als ‘Riverside’ je kon bekoren dan zal je blij worden van het tweede deel van deze LP. ‘Once’ is ook een rustig nummer, maar het is geïnjecteerd met melancholie en is haast ghostly in zijn verschijning waardoor het meer pakkend is dan een nummer als ‘Buried Alive’. ‘Running Through Tunnels’ is wederom een showcase voor de uniek makende kwaliteiten van Kid Harpoon: gritty and growling. “Skimper scamper what’s for dinner / follow me pretty things / there are evil needles in this haystack!” zingt hij met steeds meer vuur in zijn stem. Het is dat beetje donkerheid en dat beetje venijn die zo goed passen bij zijn stem, waardoor hij dit soort dingen kan doen zoals geen ander. ‘Death of a Rose’ volgt, waar hij over een piano een beetje mad hatter-y zingt: “If I can not have her then no one can have her at all / If I can not have her then no one is leaving at all,” om vervolgens grommend toe te voegen “But me and her!”. In beide nummers is de intonatie verbluffend, en de veranderingen in zijn stem is iets wat hem boven andere singer/songwriters uit laat steken.
Het album eindigt met ‘Childish Dreams,’ een nummer dat klinkt zoals zijn titel doet vermoeden. Kid Harpoon’s debuut is uiteindelijk de wacht waard gebleken. Het middelste gedeelte sleept een beetje voort, maar of het nu euforisch of donker klinkt, de man heeft kwaliteiten om goede nummers te maken. Wanneer hij binnen de grenzen van het genre blijft is hij een goede singer/songwriter, als hij daarbuiten gaat richting donkere plaatsen dan steekt hij boven zijn concurrenten uit. Als hij gebruik maakt van zijn specifieke kwaliteiten is het resultaat altijd het luisteren waard, en ik verwacht ook dat dit debuut het begin is waarop hij zijn veelbelovende carrière voort gaat bouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten