zaterdag 29 augustus 2009

Desire doet zijn naam eer aan

album recensie- II van Desire
Johnny Jewel is stiekem een vrij drukke man. Hij is voornamelijk bekend vanwege zijn bands The Chromatics en Glass Candy, en ditmaal heeft de producer weer een andere chanteuse gevonden om mee te werken. De zangeres ditmaal is Megan-Louise uit Montreal, de band is getiteld Desire. Nu stond Jewel toch al wel te boek als een italo disco producer, maar de titel is ditmaal misschien nog wel extra toepasselijk. “Desire” is één van de grootste drijfveren van disco altijd geweest, en misschien van italo disco nog wel het meest. En met deze band schiet Jewel nog sterker in dat genre, of wordt de band in ieder geval nog dromeriger en meer verlangend dan Jewel ooit tevoren is geweest. Wederom op het label Italians Do It Better, of course.

De eerste track, ‘Montre Toi Visage’ (Canada is een beetje Frans – as you know -- hoewel de teksten gewoon in het Engels zijn voor het grootste gedeelte) begint met de band die blijkbaar opkomt en zich voorstelt, waarna het in de openingstrack schiet. Megan-Louise is hier nog meer aan het praten dan dat ze daadwerkelijk zingt, maar de korte track is voornamelijk instrumentaal gedreven. Rustig, voortkabbelend, maar vooral dromerig, en dat is dit albums voornaamste concern. Hoewel Glass Candy bijvoorbeeld zich nog wel eens op de dansvloer richt is het hier vooral de dromerige sfeer die het moet doen. Uiteraard kan er wel enigszins op gezwierd worden met ogen dicht, maar het gaat voornamelijk om het opwekken van verlangen.

‘Mirroir Mirroir’ is met die beat al wat meer op de dansvloer gericht, maar het tempo ligt nog steeds redelijk laag. “Let’s go out tonight / let’s go out tonight / beautiful boys and beautiful girls / get in the car, let’s see the world,” zingt Megan-Louise, waar eigenlijk disco om gaat natuurlijk. Het idee opwekken dat ergens je ooit met andere mooie mensen weggaat in de nacht en een fantastische, romantische tijd hebt. “I work so hard, and for what?” klaagt ze, waaraan ze toevoegt “let’s go out tonight.” Het escapisme is volop aanwezig, zoals het misschien wel hoort. Bijster origineel is het allemaal niet, maar dat was ongetwijfeld ook niet het doel wat Jewel met deze outfit heeft gesteld.

Op ‘Don’t Call’ begint de band met drums, om vervolgens violen toe te voegen, één van de meer sfeergevende instrumenten al sinds Stradivarius en beyond. Ditmaal wordt er naar een iets melancholischer onderwerp gegrepen, en hier misschien beter nog dan elders laat Jewel zien hoe makkelijk hij de muziek kan aanpassen bij de zangeres. De muziek lijkt tailor made voor zijn huidige muse, wat ervoor zorgt dat je bij dit album niet het gevoel krijgt alsof Jewel alles al maakt en dan iemand van de straat plukt om alles in te zingen, maar dat hij het er nou juist omheen bouwt. Of dat hij in ieder geval nauwkeurig zijn zangeressen kiest. ‘Dans Mes Reves’ is wederom een Franse titel met Engelse tekst dat begint met een voor dit album best flinke beat, totdat Megan-Louise begint te zingen, waar de rest van de instrumentatie het nummer verzacht.

Niet alles pakt even goed uit though. In eerdere Jewel bands hebben we ook al spoken word stukjes gehoord, en op zich ben ik een voorstander van spoken word, maar dit is vrij genant. En met “dit” bedoel ik het spoken word gedeelte in ‘Under Your Spell’, waar Megan-Louise een dialoog aangaat met een andere vrouw over of echte liefde zou bestaan of niet, om zuchtend te eindigen “I hope so”. Het heeft net iets teveel weg van een dialoog in een slecht RTL 4 waar gebeurd verhaal over iemand die geen liefde meer kan vinden na de tragische dood van haar man op zee. Een soundtrack die bij zo’n verhaallijn zou passen is het meer rustige ‘Colorless Sky’ .

Het album eindigt met ‘I Can’t Hold You’ deel 1 en 2, twee ruim zeven minuten tracks waarin het beat gehalte iets omhoog gaat, en er ook wat remix trucjes komen kijken zoals de echo en stuff. En zowel op dit laatste nummer als op het gehele album kan je concluderen dat het debuutalbum van de nieuwe band van Johnny Jewel een passende naam heeft, want het is zeer gedreven op verlangen en italo disco. Hoewel het weinig nieuwe invalshoeken toevoegt geeft het wel het genre nog wat extra breedte, en voor liefhebbers van bijvoorbeeld Shally Shapiro zal het beluisteren ook geen ergernis zijn. Het is goed uitgevoerd, met een paar sfeervolle nummers, vooral als de viool zijn kopje de hoek om doet steken. Niet alles werkt even goed, en het is geen baanbrekend album, maar het is fijne soft disco op een goede en smoothe manier uitgevoerd.

Geen opmerkingen: