De dinsdag verregend. Nou ja, niet alleen de dinsdag, maar het mindere programma deze dag plus de onweer en de bliksem plus een onfortuinlijk hoeveelheid slaapgebrek van mijn medemens die wel werkt zorgt ervoor dat één van onze verslaggevers geen band ziet vandaag, de dinsdag (hoewel de waggelende eland toch nog zeer de moeite waard was). Gelukkig is daar dan nog Linda, die niet alleen een band ziet, maar ook nog een oefening filling in the gaps doet voor de rest van de dagen. Sommige mensen smelten blijkbaar niet bij regen, wat een geweldige DNA moeten die toch hebben!
Dinsdag:
De planning zit Three Trapped Tigers een beetje tegen. De presentator van de Affaire mag de band uit London dan wel aankondigen als vuurwerk, veel mensen kiezen er toch voor om gedurende het optreden alvast weg te lopen om een goed plekje te verzekeren tijdens het echte vuurwerk dat traditiegetrouw de eerste loopdag van de Vierdaagse afsluit. En als ze dan ook nog eens ruim een kwartier later dan gepland beginnen werkt het spektakel op de Waal ze toch wel erg tegen. Zeker tijdens het laatste nummer, wanneer ze een poging doen met een rustig nummer af te sluiten, en ze onbedoeld een extra laag special effects toevoegen aan hun muziek in de vorm van exploderende vuurpijlen. Gelukkig hebben ze daarvoor wel de kans gehad om hun instrumentale post rock ten gehore te brengen zonder de inmenging van de feesten die buiten het Valkhof plaatsvinden. Het drietal, dat ooit begon als tweetal totdat Tom Rogerson en Matt Calvert besloten dat ze liever een echte drummer hadden dan een vastlopende computer, weet in ieder geval hun eigen wereldje te creëren. Het is moeilijk om mee te bewegen op de ingewikkelde ritmes die de (overigens jarige) drummer Adam Betts voortbrengt waardoor het publiek voor het grootste deel van de tijd stil staat te genieten van de muziek. Want genieten is het wel. De drie mannen tonen zich zeer bekwaam op hun instrumenten en zijn goed op elkaar ingespeeld. Wanneer Tom dan ook nog zijn vocalen inzet, die vooral als extra laag instrumentatie worden gebruikt, herinnert de muziek even aan het solowerk van Thom Yorke. Al met al is het een uitstekend debuut buiten de landgrenzen van Engeland, en het is dan ook goed te horen dat de band van plan is in november weer terug te komen naar Nijmegen.
En dan filling in the gaps voor zaterdag (die eerst hier algeheel werd overgeslagen) en maandag:
Zaterdag:
Hoewel er voor iedere dag die de Affaire duurt regen is voorspeld, begint het hele gebeuren in een zonovergoten Valkhof Park. Niet dat dit gegeven helpt om voor de openingsact mensen richting het hoofdpodium te lokken. Niet meer dan een handjevol mensen ziet hoe Still Flyin’, één van de bands uit San Francisco (naast later dezelfde dag nog Deerhoof en The Dodos op zondag) het festival opent. Zanger en songwriter Sean Rawls doet pogingen de plukjes publiek die er wel zijn bij het optreden te betrekken, maar met weinig succes. Zijn herhaaldelijke vraag of iemand misschien een leuke mop kent (nothing racial please), eindigt steevast in een stilte vanuit het publiek of een gesprek met enkele mensen die het aandurven vooraan bij het podium te gaan staan dat voor de andere tien aanwezigen niet te volgen is. Wanneer hij bij het nummer ‘Rope Burn’ het publiek vraagt op hun knieën te gaan zitten uit respect voor zijn door een alligator opgegeten hond, doet verrassend genoeg de helft van het publiek toch mee. Helaas voor de band is dit door het gebrek aan publiek echter niet bepaald indrukwekkend. Net als de set die de band afwerkt. Zelf lijken ze er wel zin te hebben, maar het enthousiasme wordt niet overgebracht op het publiek. Deels komt dit door de wisselingen van stijlen in de muziek, die van funk via pop naar ska gaan. Steeds passen er een paar nummers stilistisch bij elkaar, waarna alles wat je daarvoor hebt gehoord overboord wordt gegooid en er een andere band op het podium lijkt te staan. Enig pluspuntje is het catchy nummer ‘Good Thing It’s A Ghost Town Around Here’, dat ondanks enig slordig spel toch enigzins het enthousiasme van de band over weet te brengen.
Beter gaat het later op de avond bij Deerhoof. Ten eerste al gezien de hoeveelheid publiek die nu de vlonders voor de Saddlespan (waarvan proefondervindelijk is vastgesteld dat het de Charlie van Lowlands is, en dat deze niet wordt schoonmaakt) vult. De experimentele noise rock band, die wederom uit San Francisco komt, kan al rekenen op een groepje fans dat zich voor het podium heeft verzameld. Dat groepje zorgt voor de nodige beweging in het publiek gedurende het hele optreden van de band, al is het erg bescheiden vergeleken met het inferno dat Kap Bambino de volgende dag teweeg zal gaan brengen. Zangeres Satomi Matsuzaki springt het meest in het oog met haar expressieloze blik, wat niet als negatief punt moet worden beschouwd. Het is zelfs indrukwekkend, vooral wanneer ze tijdens de dansjes die ze samen met één van de gitaristen doet zelfs geen glimlach laat zien, terwijl diezelfde gitarist lacht alsof hij de tijd van zijn leven heeft. Nog meer indruk maakt ze wanneer ze van links naar rechts of het podium stuift alsof haar leven afhangt van deze veredelde shuttle run, en nog steeds met dezelfde koele blik. Ook muzikaal weet het optreden te boeien. Het is duidelijk dat deze band al wat langer meedraait dan de jongelingen die eerder op de dag het festival openden. Ze hebben dan ook al negen albums op hun naam staan, dus materiaal genoeg om een set van een uur te vullen, inclusief de toegift die alleen is toegestaan voor de afsluiter van de avond. Voor die toegift vindt allereerst al een algemene instrumentenwissel plaats, waarna de drummer ook nog blijkt te kunnen zingen en ze een waar surfrock nummer ten gehore brengen. Met het enigszins quirky nummer ‘Panda Panda Panda’ wordt de eerste (regenloze) dag dan afgesloten.
Maandag:
Op maandag de eer aan één van mijn persoonlijke favorieten om de dag te openen: St. Vincent. Annie Clark en haar band van multi-instrumentalisten hebben eerder dit jaar een nieuw album uitgebracht, en het grootste deel van de nummers zijn dan ook afkomstig van Actor. Op dat album staan vooral nummers met een half orkest op de achtergrond, dus het was even spannend hoe ze dit live zouden gaan brengen. Het probleem wordt echter makkelijk opgelost door de inbreng van de bassist/klarinettist, gitarist/violist/toetsenist, fluitist/saxofonist/klarinettist/toetsenist en bij gebrek aan verdere instrumenten of handen om deze te bespelen het gebruik van enkele samples. Waar eerder de zangeres van Deerhoof nog uitblonk in het zonder enige expressie aankijken van het publiek, speelt Annie Clark het tegenovergestelde klaar. Met haar grote ogen brengt ze iedere emotie zonder enige moeite over en weet ze heel wat aandacht op zichzelf te vestigen. Vooral wanneer de nummers dreigen te ontsporen en Annie laat zien dat ze behalve een engelengezichtje ook heel wat talent wat betreft het bespelen van haar gitaar bezit, vliegt de geheel mannelijke fotografenpopulatie naar voren om het plaatje vast te leggen. De hele band geeft overigens blijk van een uitstekende beheersing van hun instrumenten, iets dat jammer genoeg enigszins te niet wordt gedaan door de te hard afgestelde ritmesectie. Maar op dat kleine minpuntje na is er weinig aan te merken op de set die wordt afgewerkt tussen het stemmen van de vele instrumenten door.
Dinsdag:
De planning zit Three Trapped Tigers een beetje tegen. De presentator van de Affaire mag de band uit London dan wel aankondigen als vuurwerk, veel mensen kiezen er toch voor om gedurende het optreden alvast weg te lopen om een goed plekje te verzekeren tijdens het echte vuurwerk dat traditiegetrouw de eerste loopdag van de Vierdaagse afsluit. En als ze dan ook nog eens ruim een kwartier later dan gepland beginnen werkt het spektakel op de Waal ze toch wel erg tegen. Zeker tijdens het laatste nummer, wanneer ze een poging doen met een rustig nummer af te sluiten, en ze onbedoeld een extra laag special effects toevoegen aan hun muziek in de vorm van exploderende vuurpijlen. Gelukkig hebben ze daarvoor wel de kans gehad om hun instrumentale post rock ten gehore te brengen zonder de inmenging van de feesten die buiten het Valkhof plaatsvinden. Het drietal, dat ooit begon als tweetal totdat Tom Rogerson en Matt Calvert besloten dat ze liever een echte drummer hadden dan een vastlopende computer, weet in ieder geval hun eigen wereldje te creëren. Het is moeilijk om mee te bewegen op de ingewikkelde ritmes die de (overigens jarige) drummer Adam Betts voortbrengt waardoor het publiek voor het grootste deel van de tijd stil staat te genieten van de muziek. Want genieten is het wel. De drie mannen tonen zich zeer bekwaam op hun instrumenten en zijn goed op elkaar ingespeeld. Wanneer Tom dan ook nog zijn vocalen inzet, die vooral als extra laag instrumentatie worden gebruikt, herinnert de muziek even aan het solowerk van Thom Yorke. Al met al is het een uitstekend debuut buiten de landgrenzen van Engeland, en het is dan ook goed te horen dat de band van plan is in november weer terug te komen naar Nijmegen.
En dan filling in the gaps voor zaterdag (die eerst hier algeheel werd overgeslagen) en maandag:
Zaterdag:
Hoewel er voor iedere dag die de Affaire duurt regen is voorspeld, begint het hele gebeuren in een zonovergoten Valkhof Park. Niet dat dit gegeven helpt om voor de openingsact mensen richting het hoofdpodium te lokken. Niet meer dan een handjevol mensen ziet hoe Still Flyin’, één van de bands uit San Francisco (naast later dezelfde dag nog Deerhoof en The Dodos op zondag) het festival opent. Zanger en songwriter Sean Rawls doet pogingen de plukjes publiek die er wel zijn bij het optreden te betrekken, maar met weinig succes. Zijn herhaaldelijke vraag of iemand misschien een leuke mop kent (nothing racial please), eindigt steevast in een stilte vanuit het publiek of een gesprek met enkele mensen die het aandurven vooraan bij het podium te gaan staan dat voor de andere tien aanwezigen niet te volgen is. Wanneer hij bij het nummer ‘Rope Burn’ het publiek vraagt op hun knieën te gaan zitten uit respect voor zijn door een alligator opgegeten hond, doet verrassend genoeg de helft van het publiek toch mee. Helaas voor de band is dit door het gebrek aan publiek echter niet bepaald indrukwekkend. Net als de set die de band afwerkt. Zelf lijken ze er wel zin te hebben, maar het enthousiasme wordt niet overgebracht op het publiek. Deels komt dit door de wisselingen van stijlen in de muziek, die van funk via pop naar ska gaan. Steeds passen er een paar nummers stilistisch bij elkaar, waarna alles wat je daarvoor hebt gehoord overboord wordt gegooid en er een andere band op het podium lijkt te staan. Enig pluspuntje is het catchy nummer ‘Good Thing It’s A Ghost Town Around Here’, dat ondanks enig slordig spel toch enigzins het enthousiasme van de band over weet te brengen.
Beter gaat het later op de avond bij Deerhoof. Ten eerste al gezien de hoeveelheid publiek die nu de vlonders voor de Saddlespan (waarvan proefondervindelijk is vastgesteld dat het de Charlie van Lowlands is, en dat deze niet wordt schoonmaakt) vult. De experimentele noise rock band, die wederom uit San Francisco komt, kan al rekenen op een groepje fans dat zich voor het podium heeft verzameld. Dat groepje zorgt voor de nodige beweging in het publiek gedurende het hele optreden van de band, al is het erg bescheiden vergeleken met het inferno dat Kap Bambino de volgende dag teweeg zal gaan brengen. Zangeres Satomi Matsuzaki springt het meest in het oog met haar expressieloze blik, wat niet als negatief punt moet worden beschouwd. Het is zelfs indrukwekkend, vooral wanneer ze tijdens de dansjes die ze samen met één van de gitaristen doet zelfs geen glimlach laat zien, terwijl diezelfde gitarist lacht alsof hij de tijd van zijn leven heeft. Nog meer indruk maakt ze wanneer ze van links naar rechts of het podium stuift alsof haar leven afhangt van deze veredelde shuttle run, en nog steeds met dezelfde koele blik. Ook muzikaal weet het optreden te boeien. Het is duidelijk dat deze band al wat langer meedraait dan de jongelingen die eerder op de dag het festival openden. Ze hebben dan ook al negen albums op hun naam staan, dus materiaal genoeg om een set van een uur te vullen, inclusief de toegift die alleen is toegestaan voor de afsluiter van de avond. Voor die toegift vindt allereerst al een algemene instrumentenwissel plaats, waarna de drummer ook nog blijkt te kunnen zingen en ze een waar surfrock nummer ten gehore brengen. Met het enigszins quirky nummer ‘Panda Panda Panda’ wordt de eerste (regenloze) dag dan afgesloten.
Maandag:
Op maandag de eer aan één van mijn persoonlijke favorieten om de dag te openen: St. Vincent. Annie Clark en haar band van multi-instrumentalisten hebben eerder dit jaar een nieuw album uitgebracht, en het grootste deel van de nummers zijn dan ook afkomstig van Actor. Op dat album staan vooral nummers met een half orkest op de achtergrond, dus het was even spannend hoe ze dit live zouden gaan brengen. Het probleem wordt echter makkelijk opgelost door de inbreng van de bassist/klarinettist, gitarist/violist/toetsenist, fluitist/saxofonist/klarinettist/toetsenist en bij gebrek aan verdere instrumenten of handen om deze te bespelen het gebruik van enkele samples. Waar eerder de zangeres van Deerhoof nog uitblonk in het zonder enige expressie aankijken van het publiek, speelt Annie Clark het tegenovergestelde klaar. Met haar grote ogen brengt ze iedere emotie zonder enige moeite over en weet ze heel wat aandacht op zichzelf te vestigen. Vooral wanneer de nummers dreigen te ontsporen en Annie laat zien dat ze behalve een engelengezichtje ook heel wat talent wat betreft het bespelen van haar gitaar bezit, vliegt de geheel mannelijke fotografenpopulatie naar voren om het plaatje vast te leggen. De hele band geeft overigens blijk van een uitstekende beheersing van hun instrumenten, iets dat jammer genoeg enigszins te niet wordt gedaan door de te hard afgestelde ritmesectie. Maar op dat kleine minpuntje na is er weinig aan te merken op de set die wordt afgewerkt tussen het stemmen van de vele instrumenten door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten