De laatste dag van de Valkhof Affaire, het zeven daags gratis festival in Nijmegen als onderdeel van de Zomer Feesten ter ere van de Vier Daagse, zag er op papier indrukwekkend uit met toch redelijke namen. Om half drie mag het Nederlandse Johan het middagprogramma beginnen (wat louter de zondag en de slotdag hebben), en om half vijf is het de beurt aan de eerste buitenlandse act, het Canadese Wintersleep. De band leverde in 2007 hun meest recente album, Welcome to the Night Sky. Dit album kwam echter pas dit jaar uit in Europa, en het vijftal reist nu door Europa. De groep bestaat uit twee voormalig leden van Holy Fuck, dus dan weet je dat het instrumentaal gezien wel snor gaat zitten.
Het is dus niet voor niets dat de band begint met een instrumentale opbouw van ongeveer vijf minuten, en ook het slotstuk telt tussen de vijf en tien minuten aan instrumentaal spel. En het is indrukwekkend hoe de heren puur met hun instrumenten een duidelijke sfeer kunnen zetten, en dit is ook het grootste wapenfeit van de Canadese band, waarvan alle leden hun instrument goed verstaan (hoewel de gitaar het in het begin niet doet, evident uit de korte conversatie “Is it working?” “Not yet” Yikes. Dat laatste niet zozeer gezegd in woorden, maar soms spreekt kleding voldoende uit)
De nummers tussen de intro en outro door klinken als Amerikaanse indie rock met een donker randje. De zanger klinkt als Michael Stipe en gebruikt het woord “violence” meer dan Reagan een eierkoker. De nummers an sich zijn dan misschien net een beetje standaard, maar het is allemaal wel sfeervol en broeierig, en dat komt voornamelijk op het conto van het instrumentale spel, wat zeer indrukwekkend is. Eigenlijk zou je willen dat ze vaker gewoon de instrumenten de loop zouden laten gaan, hoewel dat de fan base misschien wat minder ten goede zou komen. De kwaliteit echter, de kwaliteit.
Daarna is het de beurt aan de Cold War Kids, misschien wel de grootste naam op de Affaire. De band kende met hun debuutalbum Robbers & Cowards in 2006 een paar hitjes, waarvan ‘Hang Me Up To Dry’ en ‘Hospital Beds’ misschien de bekendste zijn. Met het tweede album vorig jaar zakte de hype een beetje en deze kreeg aanzienlijk mindere kritieken. En daar valt wel wat voor te zeggen, want de bovenstaande nummers zijn ook de beste van de set. Vooral ‘Hang Me Up To Dry’ is een zeer sterk nummer. Helaas blijft de rest toch enigszins achterwege.
Sterker nog, de rest van de set is vrij weinig imposant. Zeker als de band gas terugneemt blijft er weinig speciaals aan over en klinkt het als elk indie rock bandje uit Amerika. Waar het af en toe wil aandoen als Modest Mouse valt de band daar toch enkele klasse achter, en maakt het ook geen aanstalten de komende tijd om daar verandering in te brengen. Veel van de nummers missen creativiteit en de band krijgt de emotie niet overgebracht, waardoor je aan het einde het gekweel krijgt van Coldplay like meezingers als “I promised to my wife and children / I’d never touch another drink as long as I live” op ‘We Used To Vacation’. Ook van de band zelf gaat weinig uit. Het naar elkaar toe trekken en tegen elkaar aanspelen van vooral de bassist maakt zelfs kriegelig. Enkel een paar nummers steken boven het kaf uit, maar koren is de band zeker niet.
Vervolgens is het de beurt aan Haunts, een new wave punk band met voornamelijk gitaren en af en toe een vleugje synth erbij. De heren gooien alle clichés op tafel. De zwarte kleding, teksten over Londen dat brand (wat in alle eerlijkheid toch niet echt origineel meer is, helemaal niet omdat na het in fictie al ging vervelen de stad ook nog daadwerkelijk afbrandde ook), over iemand die leeft onder de grond – in welk nummer haast het enige woord dat gezongen wordt “underground” is, ad nauseam --, en ook muzikaal gezien is het weinig origineel. Standaard punk, met standaard riffjes, in afgrijselijke poses met dat artier-than-thou haar. Als je dan toch zo artsy bent, zorg dan ook voor enige creativiteit, maar dit is zo standaard en zo al gedaan dat het woord “poseurs” niet eens al te zeer te hard zou zijn in dit geval.
Dan is het aan Metronomy, die met hun nerdy front een soort van synth pop maken. Eén lid, Gabriel Stebbing, ging verder met zijn eigen band, Your Twenties, twee leden kwamen ervoor terug. En die leden zorgen voor de nodige oomph in de sound, zo op de bas en drums. Dat laatste verzorgd door Anna Prior, voormalig van Lightspeed Champion’s band, en de bas bespeelt door Gbenga Adelekan. Ze passen qua doen en laten ook bij de twee originele leden van de band, die eigenlijk goed en wel als afsluiter beschouwd kan worden van het reguliere programma van De Affaire. Met de karakteristieke lampen op hun optreedkleding begint de band in een poging het publiek te laten dansen.
Dit laat nog even op zich wachten. Koud van de saaie muziek alvorens het concert breekt de band wel meteen de ban met enkele fijne, heupwiegende deuntjes, maar op het moment dat iedereen opgewarmd is gaat de band zijn singles spelen, wat elk tempo uit de set haalt. ‘Heartbreaker’ mist de dansbaarheid en is eigenlijk een dood punt als je echt een dansset wilt en niet een pop set. En het eerste is toch meer wenselijk, want in het tweede zijn ze niet de beste in de wereld. Daar is de band toch net wat te licht voor, en de kwaliteit die de band heeft is nou juist dat ze dansbare dingen kunnen maken. Misschien juist dat daarom vooral de instrumentale gedeeltes zeer sterk zijn en ook zeer catchy. Ook een gedeelte van de nummers valt goed en het is ook overdreven om te zeggen dat alle singles het tempo eruit halen. Zo is ‘Radio Ladio’ een zeer fijne tune. Wat mij betreft mag de band het dansgedeelte meer de overhand geven over de pop, of in ieder geval de pop niet zodanig de overhand geven dat het tempo eruit gaat. Ondanks die momenten levert de band toch een fijne set af.
Hiermee eindigt De Affaire dan, dat dit jaar goed in elkaar stak. Toegeven, qua bands vielen de laatste twee dagen licht tegen, en het miste goede performances van de echt grote headliners die het vorig jaar in Late of the Pier en het jaar daarvoor met The Rapture wel kreeg. Echter waren er zat bands die goede concerten afleverden, was de sfeer over het algemeen uitstekend ondanks de overmatige regen, en heeft het zevendaagse gratis festival in hartje centrum dit jaar laten zien dat het vooral niet simpelweg een aanhangsel is van de Vier Daagse maar een bona fide festival met goede acts, fijne sfeer, en bovenal een goede douche en eigen matras als je natgeregend thuis komt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten