maandag 25 mei 2009

Lindstrom en Prins Thomas groots in kleinigheden

Recensie van II van Lindstrom & Prins Thomas
door Tom Gosens

Herinnert u zich deze nog? “Ik heb een boot! Ik heb een hele mooie splinternieuwe boot!”... Op muzikaal vlak heeft de nieuwe plaat van (Hans-Peter) Lindstrom en Prins Thomas (Moen Hermansen) gelukkig niets maar dan ook niets met dit gedrocht van een carnavalskraker te maken, en toch is er een link! Die draak kan namelijk definitief de prullenbak in en uit ons geheugen, want per heden gaat dit nieuwe schijfje namelijk door het leven als perfecte soundtrack voor een boottochtje, jawel! Diepblauwe zee, licht briesje, een dolfijn in het water, de brandende zon op het voorhoofd, in de verte de eerste rij palmbomen van één of ander exotisch eiland, en het subtiele en warme geluid van deze Noorse giganten uit de speakers schallend; ziet u het al voor u? Nee? Ik wel!

Vier jaar na debuutalbum I verschijnt deze week dan eindelijk opvolger II, wederom op het gerenommeerde Belgische Eskimo Recordings. Over de albumtitel is alvast lang nagedacht. Dit album laat zich echter niet kennen als een slechte sequel. In die vier jaar tijd hebben beide heren namelijk niet stilgestaan in hun ontwikkeling. Dat bleek al in 2007, toen de heren gezamenlijk met ‘ Reinterpretations kwamen, waarop, zoals de titel al laat merken, herbewerkingen stonden van songs van I en een aantal losse singles. Deze plaat was al een stuk organischer dan I, en die lijn zette Lindstrom vorig jaar solo door op zijn veelgeprezen epos Where You Go I Go Too.

Van epische lengte is ook deze nieuwe plaat, met acht songs in een uur en een kwartier. Alvast een waarschuwing dus voor de lezer die van korte, bondige songs houdt: daarvan is hier namelijk niets te vinden, wat ook geldt voor vocalen. Op wat gehum en ge-”oeh-aah” in de laatste twintig minuten na is het alleen de muziek die zich voor je kan winnen.

Slagen de heren daar dit keer in? Opener ‘Cisco’ alvast wel. Zeer voorzichtig opbouwend worden één voor één een baslijn, sitar, drums, conga's, gitaar en tamboerijn geïntroduceerd, om de luisteraar langzamerhand in een eeuwig durende trip te zuigen. Als na drie minuten Prins Thomas zijn eerste zomerse synths dropt is dit een fait accompli, en komt die boot toch opeens een stuk dichterbij. Nu stonden de Noorse heren altijd al bekend om hun oog voor het kleinste detail, maar binnen tien minuten hoor je dat deze plaat wat dat betreft een nieuwe dimensie toevoegt aan hun vroegere werk. Zelfs als een song wat minder is (ik denk daarbij aan derde track ‘For ett slikk ogg ingenting’), wordt de track gered door de productietechnische kwaliteiten van de heren, door langzamerhand bovenop vijf of zes basisinstrumenten nog een dikke laag aan minieme geluidjes toe te voegen. Hierdoor vergeten we het in basis sullige synthloopje uit de eerste drie minuten wat makkelijker, en gaat de luisteraar wederom op in de wondere wereld die de voormalige goden van de space disco creëren.

Space disco (wie heeft vroeger nou nooit met zijn armen uit elkaar als een vogel flink staan zwieren op Lindstroms ‘I Feel Space’? (zal ik deze vraag beantwoorden of doet u het zelf? –ed)) is het namelijk niet meer. Hoewel het lang niet altijd duidelijk is wat nu exact live-instrumenten zijn en wat nog uit een elektronisch doosje komt (en is dat niet meteen ook dé grote kwaliteit van deze plaat, dat alles zo 'natuurlijk' klinkt?), heeft de verschuiving naar een meer organisch geluid ervoor gezorgd dat tegenwoordig uit andere bronnen geput wordt. Natuurlijk, er zit nog steeds een zekere mate van disco in, maar ook funk, lounge (het blijft een lelijk woord), new wave, afrobeat, krautrock en psychedelica zitten erin verstopt.

Hoogtepunt ‘Skal Vi Prove Naa’ is daarvan het beste voorbeeld. Een new wave intro, dampende baslijn, tamboerijn, speels synthloopje, woodblock, conga's, drums, alles ineen om een onnavolgbaar verslavend ritme te creëren. De eerste helft van ‘Gudene Vet + Snutt’ is dan weer een stuk psychedelischer, en dat geldt ook voor ‘Rothaus’. De warme loomheid verdwijnt echter nooit, zoals ook goed te horen is op ‘Note I Love You + 100’, met zijn geweldige uitbarsting in de laatste drie minuten.

Maar valt er dan helemaal niet meer te dansen op Lindstrom en Prins Thomas? Gelukkig wel, daarin voorziet ‘Rett P’” voorbeeldig. Met wat haast lijkt op een dubbele drumlijn en een gitaar op sommige momenten overgoten met distortie doen Lindstrom en Prins Thomas zich plotseling voor als het nog dansbaardere neefje van Battles en Holy Fuck!, en kun je onmogelijk stil blijven zitten danwel staan. En mocht dit niet voldoende zijn, is er nog altijd de tegelijkertijd gereleaste (en eveneens geweldige) 12'' van de heren, ‘Tirsdagsjam’, die je wél een kwartier lang in het space disco universum katapulteert.

Al met al is II gezien het solowerk van beide heren een logische opvolger op I, en niet alleen in naam. Het klinkt rijker, dieper, gelaagder en organischer dan zijn voorganger en dat valt te prijzen. Als je waarde hecht aan mooie producties en een verzorgd geluid heb je hier zowaar je ding te pakken. Een hit als ‘Boney M Down’ of ‘Turkish Delight’ staat er weliswaar niet op, maar het geheel is een stuk coherenter dan op I. Met spanning moeten we nu weer af gaan wachten op de volgende stap van de Noren. Als je dan hoort dat mede-detailliefhebber The Field in zijn aankomende tour met een gitarist gaat werken, kunnen we alleen maar hopen dat Lindstrom en Prins Thomas dit album naar een live setting gaan vertalen, iets als The Lindstrom And Prins Thomas Live Experience? En laat labelgenoten Aeroplane dan maar op de afterparty komen draaien, dan hebben we de poppen aan het dansen! Voor het zover is, gaat met dit mooie zonnetje deze plaat nog maar eens op. Wie maakt een cocktail voor mij? En waar is die zonnebrandcrème toch heen?

Geen opmerkingen: