zaterdag 2 mei 2009

Yeah Yeah Yeahs veel charisma, ook wat foutjes

Live recensie- Yeah Yeah Yeahs in Paradiso

Het trio van Brian Chase, Karen O, en Nick Zinner is al enige tijd één van de grootste Amerikaanse bands. De Yeah Yeah Yeahs zijn een bekend fenomeen, ondermeer door hun debuutalbum Fever to Tell. Of nou ja, eigenlijk alleen door hun debuutalbum Fever to Tell, want het tweede album werd door velen als minder gezien. Eerder dit jaar kwamen de Amerikanen met een goed ontvangen derde album, It’s Blitz, dat ze van vuige rock naar een soort disco rock bracht. Het duurde even voordat Paradiso was uitverkocht, enigszins verrassend aangezien de prijs met 18.50 bijvoorbeeld maar drie euro boven de ticket prijs voor een The Infadels concert was, en één van de twee is een universeel hoog aangeslagen band, de ander niet, en dan werken we dit keer zelfs niet eens met overdrijvingen!

Dat frontvrouw Karen O de grootste publiekstrekker is valt direct te zien aan het publiek vooraan. Veel meisjes en jonge vrouwen zijn erop uitgetrokken om Karen O in actie te zien. Niet zonder reden, want Karen O is een vrouw van stijl, zowel qua kleding als qua houding. Creativiteit kan de dame die opkomt in een kimono ook niet ontzegd worden, en hoe mysterieus Nick Zinner ook aan haar linkerkant staat met haardos en gitaar (voornamelijk haardos), zelfs Brian Chase lijkt geïntegreerd naar het achterwerk van Karen O te kijken als ze van pose naar pose gaat, onderwijl glitterende, rode Y’tjes het publiek inschietend, en dat alles terwijl haar stem er niet onder leidt. Hoewel ze op een gegeven moment midden in een zin wel moet lachen, maar dat tekent alleen maar het plezier dat ze ogenschijnlijk heeft hervonden (als het ooit weg was) met dit album.

Waar Karen O zich van haar beste kant laat zien, lijkt het duo Pajo (de man er voor deze tour bijgehaald) en Zinner toch op wat problemen te stuiten. De sound is, zogezegd, off, en sommige nummers krijgen niet de kracht die ze misschien wel zouden moeten krijgen. Enkele van de wat rockende nummers krijgen een redelijk tamme uitvoering, meest leidend hieronder ‘Dull Life’, die qua rock erg te wensen overlaat, en ook ‘Hysterics’ wordt ontdaan van de vrolijkheid en de euforie die het op het album wel heeft. Het wordt eigenlijk met een soort van zelfde insteek als de ballad ‘Skeletons’ gespeeld, niet geheel de juiste toon voor dit nummer.

Enigszins verrassend was ook de setlist. Zo wordt ‘Cheated Hearts’ niet gespeeld, toch één van de dragers naast ‘Gold Lion’ op het tweede album en volgens mij ook gewoon als single inclusief clip uitgebracht. Van de Is Is EP wordt wel ‘Kiss, Kiss’ gespeeld, maar dan weer niet ‘Down Boy’, wat dan toch weer de single was. Niet dat het ‘Kiss, Kiss’ had moeten vervangen, want dat werd zinderend gespeeld. Misschien laat dit ook voornamelijk zien dat de Yeah Yeah Yeahs al een heel oeuvre hebben opgebouwd stiekem, en dat ze singles er gewoon vrolijk uit kunnen laten, zelfs van de meest recente EP en het één na meest recente album.

Waar gedurende de reguliere set de nodige fouten worden gemaakt en de sound niet geheel perfect is wordt dit tijdens de encore goed gemaakt. Opkomend met een soort hoofdmasker waar de beul de Franse aristocratie mee verwelkomde (alleen dan roze en met lichtjes, uiteraard) schiet Karen O in ‘Heads Will Roll’, om vervolgens nog met ‘Maps’ te komen, nog altijd één van de betere rock ballads ooit gemaakt met het haast hopeloze “Wait, they don’t love you like I love you.” Waar sommige nummers niet de rock vibe hadden heeft afsluiter ‘Date with the Night’ dat wel. Hoewel het natuurlijk ook veelzeggend is dat de band moet afsluiten met twee nummers van het eerste album is het natuurlijk wel zo dat dit twee ijzersterke nummers zijn waar het publiek zelfs over een aantal jaren nog op zal zitten wachten.

Uiteindelijk kom je toch voldaan weg, want Karen O geeft een show weg zoals maar weinige dat kunnen. Van poses naar theatrale handelingen naar spelen met haar kostuums, maar dit alles zonder zang op te offeren en met een lach die niet weg te slaan is. Helaas rocken sommige nummers minder live dan op album verrassend genoeg, en was de sound niet altijd even optimaal. Maar tussendoor krijg je wel geweldige nummers als ‘Kiss, Kiss’ en de gehele encore (niet tussendoor, erna, dat snapt u, want u snapt zoveel), en daar tentoonspreidt de band zijn kunnen. Aan het einde is iedereen al van het podium als Brian Chase van achter zijn drums waggelt naar de voorkant van het podium om daar een buiginkje te maken al heeft hij Carré gespeeld in een solovoorstelling. Volgens mij vindt de man het hilarisch, en eigenlijk ik ook wel, in zo’n nerdy Simon Amstell achtige manier. En zo heeft iedereen zijn pleziertje deze avond toch wel gehad.


Dit alles er overigens vanuitgaande dat niemand zijn gehoor compleet heeft verloren tijdens het voorprogramma...

Geen opmerkingen: